woensdag 14 oktober 2015

Leesverslag klas 4 - II




DE KRAAMHULP
Esther Verhoef
februari 2014



Het boek bestaat uit twee verhaallijnen, die aan het einde samenkomen. In de eerste verhaallijn beleef je alles door de ogen van Hennequin Smith. Hennequin is kraamverzorgster bij de familie Vos en al snel wordt duidelijk dat ze niet zomaar daar kraamverzorgster is…
Bij de tweede verhaallijn kijk je door de ogen van de schoonzus van Hennequin: Miriam de Moor. Hennequin was getrouwd met de broer van Miriam, deze is echter ‘van de trap gevallen’ en hierbij om het leven gekomen. Een ongeluk, dacht iedereen. Miriam denkt echter dat Hennequin iets te maken heeft met de dood van haar broer en gaat op onderzoek uit. Ze ontdekt dat de echte naam van haar schoonzus Catharina Kramer is. Ook het verleden van Catharina wordt onderzocht via contacten met de vader, leraren en pleegouders. De moeder van Catharina heeft zichzelf verhangen. Daarna heeft Catharina op op het internaat een meisje van de trap geduwd; ze heeft hiervoor een jaar in de jeugdgevangenis gezeten. Ze heeft op latere leeftijd meerdere moorden gepleegd op getuigen en op haar echtgenoten (voor het geld) en alle leken een ongeluk te zijn en niemand wist dat Catharina, oftewel Hennequin, er ook maar iets mee te maken had.
Maar ervoor was meer gebeur; 23 jaar geleden, op een spoorbrug. De vader van Catharina was hertrouwd en Hennequin liep met haar pleegzusjes Claartje en Didi op de brug. Didi werd boos op haar zusje, omdat zij altijd meer aandacht kreeg, en pakte het knuffeltje van Claartje af en gooide deze van de brug. Claartje volgde haar knuffeltje…
Didi heeft voor haar moeder volgehouden dat Catharina Claartje geduwd heeft, en haar moeder geloofde haar. Catharina’s vader nam afstand van haar door haar naar een internaat te sturen en Catharina heeft zich heel erg verlaten gevoeld.
23 jaar later is Catharina terug, als Hennequin Smith om alles af te handelen. Ze gaat als kraamverzorgster werken bij Didi, Didi Vos, welke niet door heeft dat Catharina haar kraamverzorgster is. Hennequin laat eerst Didi’s man verdwijnen (vermoord) en op de laatste dag ontvoerd ze Didi en haar moeder en dochtertje mee naar de brug, om wraak te nemen. De vader van Hennequin was net op tijd en offerde zichzelf op, door samen met Catharina van de brug af te springen en er een einde aan te maken.


Het thema van het boek is het verleden van Hennequin. Al na de eerste paar bladzijden wordt duidelijk dat Hennequin een duister en nog onbekend verleden met zich meedraagt en dat zij niet zomaar kraamverzorgster is gewoon bij die specifieke familie. Dit word bijvoorbeeld duidelijk in de regel: ‘HIER EEN REGEL NEERZETTEN”
Het verhaal roept heel veel vragen bij je op die pas laat in het boek worden beantwoord. Wie is Hennequin? Wat is er in het verleden gebeurd? Waarom is ze kraamverzorgster geworden? Wat moet ze afmaken wat 23 jaar geleden is gebeurd? Waarom heeft Catharina haar naam veranderd?
De meest spannende vraag werd pas in de laatste regel van het boek beantwoord; Heeft Catharina Claartje geduwd?

Motieven
  • moord; Hennequin pleegde meerde moorden, zoals het meisje op het internaat, de getuigen van het internaat en meerdere echtgenoten. Ze deed al deze moorden lijken op ongelukken, waardoor niemand, zelfs de politie niet, het door had.
  • relatie; Als belangrijkste in het motief ‘relatie’ gaat het om de relatie tussen Didi Vos en Oscar. Hij wilde eigenlijk geen kinderen, maar Didi is toch zwanger geraakt. Er ontstaan veel spanningen, die Hennequin goed uitkwamen voor het uitvoeren van haar plan; het vermoorden van Oscar.
  • Een andere relatie is die tussen Miriam de Moor en haar buurman Boris. Na enige tijd durven ze eindelijk af te spreken en tegen het einde van het boek ontstaan een steeds hechtere relatie tussen de twee buren.
  • eenzaamheid; Hennequin heeft zich vroeger erg eenzaam gevoeld. Ze werd gepest en haar vader heeft haar als het ware verlaten toen ze de jeugdgevangenis in ging en erna bij pleegouders moest gaan wonen. Ook de dood van haar moeder heeft een hele grote impact op haar gehad.
  • onderzoek; Miriam, werkend bij politie Rotterdam, heeft al snel door dat Hennequin niet onschuldig is aan de ‘ongelukken’ bij eerdere echtgenoten en bij het vallen van de trap van haar broer. Ze gaat op onderzoek uit naar Hennequin en ontdekt zo steeds meer van haar verleden.




Er zijn in het boek drie personen waaruit het verhaal word verteld.
De belangrijkste is Hennequin Smith. Hennequin haar echte naam is Catharina Kramer. Ze is 35 jaar en werkt als kraamhulp bij de familie Vos. Ze heeft verschillende moorden op haar geweten staan; op iemand van het internaat, getuigen hiervan en meerdere echtgenoten. Catharina is vroeger veel gepest en ook de dood van haar moeder maakte dat ze zich altijd heel eenzaam heeft gevoeld. Ze heeft een tijdje in Amerika gewoond en is nu weer terug om wraak te nemen op Didi en Nelly, wie beweren dat Catharina Claartje van de brug heeft geduwd. Hennequin komt aan haar einde doordat haar vader samen met haar van diezelfde brug afspringt.
Als tweede is er Didi Vos, 29 jaar oud en net een zware bevalling achter de rug van haar kindje Indy. Door de bevalling zijn haar bekken instabiel geworden en kan ze amper lopen en heeft veel pijn. Ze is erg blij met de hulp van Hennequin en heeft tot aan de laatste dag, wanneer Hennequin haar en haar moeder, Nelly, meeneemt naar de brug. Didi heeft tegen haar moeder gelogen over wat er 23 jaar geleden gebeurde. Ze loog dat Catharina Claartje duwde, maar eigenlijk heeft Didi het popje van Claartje van de brug gegooid, en ging Claartje er achterna.
Als laatste nog Miriam de Moor. Miriam is een politieagent die haar broer Bart, de laatste echtgenote van Hennequin, verloren heeft aan een val van de trap. Ze heeft door dat het helemaal geen ongeluk is geweest en gaat op onderzoek uit naar het verleden van Hennequin. Hiermee zet ze haar baan op het spel, omdat ze geheim in haar uniform mensen gaat ondervragen. Ze krijgt in de loop van het verhaal een steeds hechtere relatie met haar buurman, Boris.


Nog andere belangrijke personages zijn:
Nelly Vos; moeder van Didi en de stiefmoeder van Hennequin. Na de dood van de moeder van Catharina is haar vader getrouwd met Nelly Vos. Ze woont nu in Noorwegen en komt naar Nederland om het kindje van Didi te bewonderen, wat haar bijn fataal werd.
Boris; Hij is kunstenaar en woord onder Miriam. In de loop van het verhaal krijgen hij en
Miriam een relatie.
Oscar Stevens; De 34-jarige man van Didi Vos. Er ontstaan spanningen in hun relatie waardoor Oscar meerdere keren het huis ontvlucht en aanklopt bij Hennequin, die met hem een aantal eer geslachtsgemeenschap heeft. De laatste keer werd hem fataal. Hennequin vermoorde hem in plaats van hem te verwennen.


Het verhaal wordt per dag vertelt. In totaal 10 dage. Dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag, zondag, maandag, dinsdag, woensdag, donderdag.


Het verhaal speelt zich af in Rotterdam. Hier woont Hennequin Smith en is ook het huis van de familie Vos-Stevens. Miriam woont ook in Rotterdam en reist voor haar onderzoek door een groot gedeelte van Nederland.


De titel is ´De Kaamhulp´ omdat Hennequin als kraamhulp werkt bij Didi en Oscar.


Het boek is een Roman met meerdere verhaallijnen, dit maakt het extra leuk om te lezen omdat hoe verder je leest des te meer je de verbanden gaat herkennen tussen de twee verhaallijnen.


De spanning ontstaat vooral doordat je niet weet wat er in het verleden is gebeurd. Pas in de laatste zin wordt alles duidelijk, en daardoor wil je het verhaal heel snel helemaal uitlezen. Zelf vind ik dit een van de spannendste boeken die ik heb gelezen. Alle onduidelijkheden over Hennequin maken dat je zo snel mogelijk er achter wilt komen hoe het allemaal in elkaar zit. De meeste recensies over De Kraamhulp waren zeer lovend, maar in tegendeel tot die recensies welke Catharina als de gemenerik zagen, zie ik Hennequin juist niet zo. Dit is een van de weinige boeken waar ik aan het einde moest huilen, omdat Hennequin onschuldig was aan de moord op Claartje en door de leugens van Didi werd Catharina heel eenzaam en daardoor is ze begonnen met moorden, en ik begrijp heel goed dat Catharina wraak op Didi en Nelly wilde; ze hebben haar leven en vader van haar afgepakt. Catharina was heel eenzaam en dat vind ik heel erg zielig en daarom heb ik meer medelijden met Hennequin dan met de familie Vos-Stevens.



‘De Kraamhulp’ van Esther Verhoef krijgt van mij vijf uit vijf sterren















woensdag 30 september 2015

Leesverslag klas 4 - I


Après-Ski

Suzanne vermeer

Verschijningsdatum 1e druk: januari 2009
Verteltijd: 263 bladzijden

Voor mijn leesverslag heb ik het boek 'Après-ski' gelezen van Suzanne Vermeer. Het verhaal gaat over Manon, die na veel kort durende baantjes en opleidingen op wintersport na een heldendaad een baan als skilerares aangeboden krijgt bij SFun in Zell am See. Er gebeuren vreemde accidenten op de piste, maar niemand van het ski team in Zell am See geloofd Manon, die zeker weet dat de Tsjechen uit Kaprun er achter zitten. Alleen haar vriend Dirck geloofd haar, maar ze zijn te laat met het tegengaan van de pesterijen die uiteindelijk uitliepen tot een ontvoeren van Manon en haar baas Rutger. Bijna werd deze ontvoering het einde voor Manon maar ze wist zichzelf en Rutger dankzij haar familie en vrienden van SFun, waaronder Dirck, te redden en op tijd de politie in te schakelen waardoor het plan van de Tsjechen niet slaagde. Ondanks het trauma dat Manon en haar familie hieraan over hielden besloot Manon na een tijdje haar baan bij SFun weer op te pakken, dit keer onder leiding van Dirck die de skischool van Rutger over heeft genomen.

Ik vond het boek heel interessant en spannend. Het begin was voor mij ook herkenbaar in mijn eigen belevingswereld; het begint met het dagelijks leven van de familie van Manon, die op wintersport gaan. Zelf gaan wij ook drie keer per jaar op wintersport, dus ik vond het erg leuk om hierover te lezen en het maakte het ook erg interessant om te ervaren hoe anderen zich gedragen en denken tijdens een wintersport. Echter heeft er bij ons zelf nooit een ontvoering plaats gevonden (gelukkig) maar dit maakte niet dat ik me niet kon verplaatsen in hoe Manon zich voelde. Het boek is niet vanuit het ik-perspectief geschreven maar je kunt wel meelezen in de gedachten van alle personen. Dit maakt het boek extra spannend omdat je van alle personages weet hoe en wat ze denken. Je weet als lezer meer dan de personages. Een goed voorbeeld hiervan is in hoofdstuk 44: de moeder van Manon belt haar dochter op het moment van de ontvoering in gang is; 'onbewust redde ze hiermee het leven van haar oudste dochter.' 

Het enige minpuntje voor mij is het feit dat het verhaal vrij langzaam op gang komt. Pas na twee derde van het boek begint het echt spannend de worden, door de ontvoering en de achtervolging van de Tsjechen achter Manon aan. Het begin leest dan wel weer lekker door; het leven van een normale familie die op wintersport gaan en waarvan een familielid besluit skilerares te worden. Dit lijkt mij zelf ook erg leuk en daardoor is dit tot nu toe het leukste boek dat ik gelezen heb.

De gebeurtenis in het boek dat centraal staat is dat de Tsjechen van de skischool in Kaprun de skischool van Rutger willen overnemen. Rutger gaat hier echter niet mee akkoord, waardoor de Tsjechen beginnen te dreigen. Het begint klein, met het omver skiën van leraren of het kapot maken van spullen. Later in het boek ontvoeren de Tsjechen Rutger en ook Manon die op dat moment bij hem was om te over handelen over de skischool en anders zouden er hele vervelende dingen met beide gebeuren. Manon weet echter te ontsnappen, de berg af te komen en de politie in te schakelen.

Het was een heel spannend verhaal doordat je wilde weten of Manon het wel of niet zou halen. De lezer weet waar op de berg Manon en de Tsjechen zijn, maar de personages weten dit niet van elkaar. Dat maakt het verhaal extra leuk; de lezer weet meer dan de personages.

Het verhaal liep zoals vele goed af, maar was niet te toevallig of voorspelbaar. Het was een verhaal wat je snel door wilde lezen, omdat je wilde weten wat er verder zou gebeuren. Zelf vond ik het ook wel fijn dat het verhaal voor Manon goed af liep en voor de Tsjechen niet; doordat je het meest in de gedachten van Manon leest krijg je begrip voor haar, en haat tegenover de Tsjechen.

Het meeste kijk je door de ogen van Manon. Manon gaat in het begin van het boek veel uit en drinkt veel; denkt niet aan haar opleiding en heeft maar kort baantjes die ze een beetje leuk vind. In dit gedeelte van Manon herken ik mezelf niet, maar ik kan me wel in haar inleven. Als ze met haar zus en ouders op wintersport gaat, krijgt ze na het redden van een kind op de piste een baan aangeboden als skilerares, die ze met beide handen aangrijpt. Wij gaan zelf ook vaak op wintersport, dus hierin herken ik mezelf wel in haar, maar verder ben ik eigenlijk vooral heel jaloers op Manon; ik zou ook heel graag snowboardlerares willen worden en ik vond Manon heel dapper in de hoofdstukken van de ontvoering. Door haar ben ik er meer in gaan geloven dat het echt kan; een baantje waarbij je de hele dag op de pistes bent en in een mooi chalet overnacht en een met een gezellige groep bent.

Er zitten verschillende motieven in het verhaal.

– familie; de ouders van Manon zijn niet zo blij met haar; ze komt laat thuis, doet niets aan school en heeft nog geen een keer een opleiding afgemaakt. Ze zijn blij (en ook wel een beetje bezorgd) als Manon in Oostenrijk eindelijk een baantje heeft en het gaat dan ook beter tussen de familieleden. De familie red Manon ook later in het boek van de Tsjechen

– liefde; Manon vind uiteindelijk haar grote liefde, Dirck, een ander lid van SFun.

- vriendschap; Manon krijgt er in Zell am See door de skischool veel nieuwe vrienden bij

– bedrog; Marek, een lid van SFun, heeft zijn leden van skischool maandenlang bedrogen. Hij was een spion voor de Tsjechen en zat in het plot van het ontvoeren va Rutger.

– ontvoering en achtervolging; Rutger wordt ontvoerd en omdat Manon bij hem was zij ook. Ze weet te ontsnappen maar wordt wel achtervolgd.

Het boek was vlot leesbaar en ik had het binnen vier dagen uit. De vertelsituatie was ook erg leuk; je wist als lezer meer dan de personages, dit maakte het boek extra spannend. Er kwamen geen flashbacks in het verhaal voor, slechts een paar terugwijzingen, maar die maakten het verhaal juist duidelijker in plaats van ingewikkelder. De woordkeuze en zinsopbouw vond ik erg fijn, niet te moeilijk en duidelijke zinnen. De dialogen waren op een natuurlijke wijze weergegeven en je kon je als lezer eigenlijk in alle personages goed verplaatsen. Ik vind Suzanne Vermeer een hele goede schrijfster en hoop nog meer boeken van haar te kunnen gaan lezen.


donderdag 3 september 2015

Klas 4A, Leesautobiografie


Leesautobiografie Romy Nederlof

Pinkeltje, Dick Laan
Mijn leesautobiografie begon met de boeken die mijn vader me vroeger voorlas: de Pinkeltje-boeken. Ik vond de verhalen geweldig; de fantasie die erin verwerkt is, de vele verschillende verhalen; de één was grappig, de ander spannend, maar altijd luisterde ik met alle aandacht naar hoe mijn vader voorlas. De hele Pinkeltje-boeken serie staat nog steeds bij ons op zolder. Een ander boek dat me bij is gebleven is 'De Heen-en-weer-boot', welke mijn moeder heel vaak voorlas. Dit boek was destijds mijn lievelingsboek en ik kende het helemaal uit mijn hoofd.
De heen-en-weer
boot, Nellie Dees
Zelf was ik niet zo dol op lezen; toen ik zelf in staat was te lezen, had ik nog steeds liever dat mijn ouders of de juffen en meesters op school voorlazen. Op school werd ons al vanaf, voor zover ik mij het goed herinner, groep 1 voorgelezen. Aangezien ik op een christelijke basisschool zat, werd natuurlijk uit de bijbel voorgelezen. Ik kan me niet goed meer herinneren hoe ik dat in de eerste jaren van het basisonderwijs vond, maar naarmate ik ouder werd, denkend aan groep 6 en 7, vond ik de bijbelverhalen zeer boeiend en mooi, het deed me veel. Maar omdat ieder jaar dezelfde verhalen uit de bijbel werden verteld, vond ik het in groep 8 al niet zo interessant meer, met uitzondering van de grote gebeurtenissen als kerst en pasen. In groep 1 en 2 werd ons uiteraard ook voorgelezen uit kinderboekjes, waarvan ik mij slechts 'Rupsje Nooitgenoeg' en 'Kikker' herinner. Het verhaal van Rupsje Nooitgenoeg is mij bijgebleven, omdat ik het vroeger een prachtig verhaal vond (maar toch voraal de plaatjes van de rups en vlinder). Ook van Kikker kan ik me herinneren dat ik vooral alle
Rupsje Nooitgenoeg, Eric Carle
plaatjes erg leuk vond. Verder kan ik me in de loop van mijn tijd op de bassischool alleen nog herinneren dat onze meester, welke ons in groep 5 en 7 les gaf, iedere dag een stukje voorlas uit een boek. Ik kan me echter niet herinneren welke boeken dit waren, maar ik weet wel dat ik altijd aandachtig zat te luisteren en de hele dag uitkeek naar het moment dat de meester voor ging lezen. Tot aan groep 8 heb ik zelf nooit veel gelezen en vond ik boeken zonder plaatjes en kleine letters 'stom' en veel te moeilijk. Het zingen in de klas vond ik echter wel altijd leuk. Dit waren wel christelijke liederen, maar als groep vonden we het gewoon hartstikke gezellig om met elkaar te zingen. Het lied dat onze klas het liefste zong was 'U bent heilig'. Dit kwam door de echo zang; de meisjes en de jongens moesten door elkaar heen zingen. Thuis zong ik, naast dat ik een tijdje op een kinderkoor gezeten heb, niet zo veel. Ik was geen grote K3 fan of iets anders in die richting.

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Opwekking - U bent Heilig - Nm. 609

(Man) (Vrouw)
U bent heilig - U bent heilig
U bent machtig - U bent machtig
U bent waardig - U bent waardig
Eer en ontzag - Eer en ontzag

Ik wil volgen - Ik wil volgen
Ik wil luist'ren - Ik wil luist'ren
Van U houden - Van U houden
Iedere dag - Iedere dag

(Refrein)
(man) (vrouw)
Ik wil zingen - U die koning bent
En juichen - en de hoogste Heer
In aanbidding - U de machtige
mij buigen - Kwam op aarde neer
U de Heer - Als Emannuel
aller Here - God zal met ons zijn
U mijn God - Als het Lam van God
Wil ik eren - Zo volmaakt en rein
Ik wil zingen - U die leven geeft
En juichen - Mij bevrijding bracht
In aanbidding - En voor eeuwig leeft
mij buigen - U hebt alle macht
U de Heer - U de Alfa, Omega
aller Here - Eens zal ik U zien
U mijn God - U mijn Meester, Messias,
Wil ik eren - Verlosser en Vriend

(man + vrouw)
U bent mijn Vredevorst, en ik leef alleen voor U.
U bent mijn Vredevorst en ik leef alleen voor U.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Spijt!, Carry Slee
Schijndood, Simone
van der Vlugt
Het eerste 'echte' boek dat ik zelf heb gelezen was in het begin van groep acht. Op aanraden van vriendinnen ben ik begonnen aan het boek 'Spijt!' van Carry Slee... Vier dagen later was het uit! Het verhaal raakte me en was heel mooi geschreven, en ook niet zo moeilijk. Daardoor ben ik meer boeken van Carry Slee gaan lezen, als 'Razend', 'Kappen' en 'Afblijven'. De boeken waren allemaal makkelijk door te lezen en hadden een spannende verhaallijn. In de eerste klas bleven dit de boeken waar ik het meest van hield om te lezen. Van andere boeken vond ik dat ze te kleine letters hadden of veel te veel bladzijden hadden. Ook kost boeken lezen tijd, en die tijd bestede ik destijds liever aan volleyballen, met vriedinnen afpsreken of mijn hond spelen en uitlaten. Aan het eind van de eerste klas ben ik begonnen in een boek van Simone van der Vlugt, 'Schijndood'. Na tien bladzijden en twee weken heb ik het teruggebracht naar de biobliotheek. In de tweede klas werd er toch wel opgewezen dat lezen goed voor je ontwikkeling is, dus ben ik nogmaals naar de biobliotheek gegaan om een boek te zoeken en kwam weer uit bij 'Schijndood'.
Dit keer heb ik het wel uitgelezen, en vond het een prachtig boek. Het ging over een jongen die voor zijn nachtmerries in regressie therapie ging. Sinds het lezen van dat boek ben ik geïnteresseerd geraakt in die wereld en het heeft me ook een beetje gedreven om meer te gaan lezen. Welke boeken ik precies heb gelezen is me niet bijgebleven maar het waren er niet erg veel. Het eerstvolgende boek dat ik nog goed herinner is het boek dat we verplicht moesten lezen voor Nederlands begin leerjaar 3. Ik zag er enigszins tegen op zo'n dik boek te gaan lezen, maar eenmaal begonnen kon ik niet stoppen met lezen. Na 'Divergent' uitgelezen te hebben begon ik direct aan 'Insurgent' en 'Allegiant' en inmiddels heb ik ze alle drie samen met 'The Hunger Games' ook in het engels uitgelezen. Vooral de actie en spanning in alle vier de boeken maakte dat ik het heel leuk vond om te lezen en wat ook maakte dat je blijft lezen om te weten te komen wat er gaat gebeuren in het boek en als je het boek uit hebt in het volgende deel. Om mijn engels te verbeteren heb ik meerdere boeken in het engels aangeschaft (waaronder al genoemde Divergent en The Hunger Games serie). Een ander boek wat ik het afgelopen jaar gelezen heb is 'Looking for Alaska'. Het boek begint vrij normaal en niet zeer boeiend maar door de 'Before' en 'After' indeling van het boek wilde ik toch wel weten wat er dan is gebeurt en hoe dichter bij het midden ik kwam, hoe spannender en ook ontroerender het werd.
Looking for Alaska,
John Green
The Divergent Series; Divergent, Insurgent, Allegiant,
Veronica Roth

Mijn smaak in literatuur is de afgelopen jaren niet heel sterk verandert, deels omdat ik pas laat begon met echt zelf lezen. 'Schijndood' is nog steeds een boek dat me nog steeds aanspreekt en ook de Divergent series vind ik nog steeds super. Over Carry Slee ben ik inmiddels wel heengegroeid, ook omdat ik ze destijds heel vaak gelezen heb. Ik houd nu vooral van boeken met een mooie, spannende of ontroerende verhaallijn en het aantal bladzijden en geen plaatjes maakt me ook niet meer uit. Ik lees echter nog steeds niet vaak, omdat ik moeilijk in een boek geïnteresseerd raak, maar als ik er eenmaal in zit wil ik het ook wel direct uitlezen.. Ik hoop in de komende jaren mijn leesniveau beter te ontwikkelen en meer inzicht te krijgen in verschillende soorten boeken, aangezien ik nu niet zo goed zou weten welk boek mij leuk zou lijken om te lezen.

Mijn leesniveau op dit moment is niveau 3. Ik houd van boeken waarin morele, maatschappelijke en psychologische kwesties worden genuanceerd en uitgewerkt en er een levensles uit het boek gehaald kan worden of er een diepere betekislaag is. Ook vind ik perspectiefwisselingen, tijdsprongen en verschillende verhaallijnen interessant.

Ik ben van mening dat het belangrijk is voor ieders ontwikkeling om te lezen. Het geeft je inzicht in hoe anderen denken en wat zij in bepaalde situatie doen die misschien voor de lezer in bepaalde boeken ook herkenbaar zijn. Aan de andere kant vind ik dat ieder in zijn eigen tempo moet kunnen gaan lezen, en als deze niet van lezen houdt en zich liever met iets anders bezighoudt, hij of zij zelf moet weten of hij of zij iets gaat lezen (voor de lijst). Lezen moet iets zijn waar je plezier in hebt, wat een hobby is, en niet omdat het verplicht is.

vrijdag 29 mei 2015

Klas 3C, Een Weeffout In Onze Sterren - John Green

Verwerkingsopdrachten klas 3 boek II (periode 2 en periode 3)





"Some infinities are bigger than other infinities." 

"The marks humans leave are too often scars." 

"Maybe 'okay' will be our Always."

"The world is not a wish-granting factory."  








Blok 1 – Smaakontwikkeling
Werk onderstaande punten uit een kort betoog (+/- 200 woorden)
  • Geef je mening over het boek (stelling)
  • Gebruik minimaal 3 beoordelingswoorden en verwerk deze in
  • 3 argumenten die je verder onderbouwt met bv voorbeelden van passages uit het boek.

Voor deze opdracht ben ik het boek De Weeffout In Onze Sterren gaan lezen. Eerder al had ik de verfilming van het boek gezien, maar ik wilde nog erg graag ook het boek lezen. Het boek was naar mijn mening nog mooier dan de film. Het boek bevatte naast liefde, pijn en verdriet ook veel humoristische en leerzame momenten; ondanks het feit dat Hazel en Augustus weten dat zij de strijd tegen hun kanker niet kunnen winnen, blijven ze vechten en proberen ze het beste van het leven te maken.

John Green vind ik één van de beste schrijvers. Zijn woordkeuze en de manier waarop hij schrijft spreekt mij erg aan. De Weeffout In Onze Sterren is vertaalt door Nan Lenders, welke de woorden en manier van schijven van John Green goed behoud. Er worden mooie citaten genoemd in het boek met voor mij soms eerst onbekende woorden, welke ik heb opgezocht om mijn woordenschat te verbreden.

De Weeffout In Onze Sterren is echt een prachtig boek en een aanrader voor iedereen om te gaan lezen.



Blok 2 – Tijd en opbouw
Kies uit onderstaande lijst minimaal 4 punten die – na uitwerking – een interessant beeld geven van het door jou gelezen boek. Toon hiermee aan dat bv. de panoramische vertelwijze ook daadwerkelijk een functie heeft in de tekst. Geef bij ieder gekozen punt daarom ook een voorbeeld uit het boek.

  • vertelde tijd
  • verteltijd
  • panoramisch vertellen (telling)
  • scenisch vertellen (showing)
  • versnelling
  • vertraging
  • continu vertellen
  • fragmentarisch vertellen
  • chronologische volgorde
  • flashbacks
In De Weeffout In Onze Sterren verandert vak het verteltempo. Er komen momenten voor van showing, zoals wanneer Hazel vertelt hoe een doordeweekse dag met Augustus gaat. Hierna echter gaat zij verder met “op een dag...”. Het is niet na te gaan hoeveel dagen hier tussen hebben gezeten; het verhaal maakt een tijdsprong. Hazel beschrijft hierna echter wel scenisch hoe die dag verliep, de dag waarop Augustus weer opgenomen wordt in het ziekenhuis. John Green heeft van beide verteltempi gebruik gemaakt bij het schrijven van deze New York Bestseller. Hij beschreef belangrijke momenten scenisch en de minder belangrijke momenten vertelde hij panoramisch.

Doordat John Green gebruik heeft gemaakt van tijdsprongen, zoals die in bovenstaande alinea, en terugblikken, zoals het moment wanneer Hazel vertelt over haar verleden toen zij de diagnose longkanker stadium vier kreeg, heeft het verhaal een fragmentarisch karakter gekregen en staat het in de niet-chronologische volgorde.



Blok 3 – Perspectief en vertelsituatie
Zet in een tekst van +/- 50 woorden uiteen wat de vertelsituatie is en beschrijf daarbij het gehanteerde perspectief .


John Green schreef zijn boek vanuit de ogen van Hazel, de hoofdpersoon van het boek. De ik-vertelsituatie is dus gebruikt bij het schrijven van De Weeffout In Onze Sterren. Doordat hij van de ik-vertelsituatie gebruik heeft gemaakt leer je Hazel heel goed kennen en zie je het verhaal helemaal vanuit haar perspectief. Over de andere personen in het boek kom je een stuk minder te weten. Je krijgt alleen te weten wat Hazel over hen denkt en wat ze doen als Hazel erbij is, maar niet wat ze denken en doen als ze alleen of met elkaar zonder Hazel zijn. Wel krijg je natuurlijk heel goed te weten hoe Hazel alles beleeft en aangezien zij de hoofdpersoon in het boek is waar het allemaal om draait vind ik dat John Green de juiste keuze heeft gemaakt om het boek ik de ik-vertelsituatie te schrijven met het perspectief vanuit Hazel's ogen.

Er wordt tijdens het verhaal niet gewisseld van perspectief, je blijft het hele verhaal in de gedachten van Hazel. Er is dus geen sprake van een meervoudige vertelsituatie.


Blok 4 – Spanning
- Ieder boek bevat trucs om de spanning te verhogen. Deze trucs staan
beschreven op bladzijde 160 (methode). Noem minimaal vier trucs en licht ze toe
met voorbeelden uit het verhaal.
- Er wordt onderscheid gemaakt tussen actiespanning en psychologische spanning.
Zet uiteen waarop in je boek de nadruk ligt. Leg je antwoord uit.


1. De schrijver heeft duidelijk gebruik gemaakt van de truc door bij de lezer vermoedens of verwachtingen over de afloop laren ontstaan door aanwijzingen te geven over de afloop. Al in het begin wordt duidelijk dat Hazel de uitslag kanker heeft gekregen en het niet gaat overleven. Je hebt dus al vanaf de eerste bladzijde de vraag of Hazel het gaat overleven of niet. Later komt daar ook nog bij dat ook Augustus zijn kanker is teruggekeerd. Ook dan komt weer de vraag in je op of hij het gaat overleven of niet.

2. De Weeffout In Onze Sterren is niet zozeer een heel spannend boek. Meer een meeslepend en soms ook grappig verhaal, maar vooral ook erg verdrietig. John Green heeft zeker gebruik gemaakt van het vertragen van het verhaal op de momenten dat het erg meeslepend en daardoor toch ook wel degelijk spannend wordt. Dit komt bijvoorbeeld voor op het moment dat Hazel heel graag naar Amsterdam wil, maar dat door haar ziekte niet kan. Natuurlijk gaan haar moeder en Augustus proberen te regelen dat het wel kan, maar het duurt een tijdje voordat de lezer te weten krijgt of ze nu wel of niet gezond genoeg is om mee te gaan naar Amsterdam.

3. Het verhaal bevat ook een onverwachte wending. Je zou al vanaf het begin denken dat Hazel het niet zou overleven. Dat is echter tot aan het einde van het boek wel het geval. Wie het niet overleeft is Augustus. Ook dat is een onverwachte wending omdat hij in het begin vertelt dat hij helemaal schoon was. Pas tegen het eind van het boek vertelt hij Hazel dat de kanker terug is en dat hij het niet gaat overleven.

4. Voor John Green was het onmogelijk een informatievoorsprong te geven omdat alles vanuit het oogperspectief van Hazel is beschreven. Zo kan de lezer nooit meer informatie krijgen dan de hoofdpersoon uit het boek.

Er is voornamelijk gebruik gemaakt van psychologische spanning. Het gaat namelijk vooral om de gedachten en gevoelens van de hoofdpersonen. Het gaat om de angst voor wat er zou kunnen gebeuren. Hazel is bang om zelf dood te gaan, maar vooral bang dat haar vriendje Augustus dood gaat en dat haar ouders niet doorgaan met leven na haar overlijden.

Er komen wel een aantal momenten in het verhaal voor waarop actiespanning een grote rol speelt, zoals wanneer Augustus sigaretten gaat halen op het tankstation en het niet helemaal goed gaat en hij in paniek Hazel belt en naar het ziekenhuis is, waar het nog maar de vraag is of het allemaal goed gaat aflopen op de Intensive Care...



Blok 5 – Thema en motief
Met het begrip ‘thema’ wordt de diepere bedoeling van een boek bedoeld, men spreekt wel van een algemene grondgedachte. Het thema kun je achterhalen door alert te zijn op terugkerende verhaalelementen die in soorten zijn onder te verdelen:

o Psychologische motieven
o Tijd- en ruimtemotieven
o Religieuze motieven
o Intrigemotieven

- Bepaal het thema uit het door jou gelezen boek en verklaar dit thema (geef een onderbouwing) door de motieven te benoemen. Zie voor verdere achtergrondinformatie blz. 202 uit de methode.


Het thema van De Weeffout In Onze Sterren is houden van het leven zolang het er nog is. Enkele motieven zijn:
  • dood; de dood is een heel heftig maar toch belangrijk motief in het verhaal waar het ook vaak over gaat. Voor Hazel en ook voor Augustus is het zeker dat ze niet oud zullen worden samen,
  • genieten; ondanks de zekerheid van het snel te komen overlijden proberen Hazel en Augustus toch te genieten van hun kleine oneindigheid samen. “Some infinities are bigger than other infinities.”
  • vriendschap en liefde; deze twee motieven zijn erg belangrijk in het boek. Hazel en Augustus zijn niet alleen verliefd op elkaar, maar zijn ook hele goed vrienden. Ook hebben zo wel Hazel als Augustus een hele goede band met hun bline vriend Isaac en houden de ouders van hun allebei erg veel van hun kinderen en elkaar.
  • medelijden; Hazel had er een hekel aan als mensen medelijden met haar hadden. Ze wilde altijd dat mensen haar als een gewoon mens zagen, een Hazel met maar een klein beetje kanker, en niet kanker met maar een heel klein beetje Hazel.


Blok 6 – Ruimte
Ruimtebeschrijvingen kunnen versterkend werken. Zo zal bij een droevige gebeurtenis zelden de zon schijnen en speelt het verhaal van een dementerende oude man zich af in een desolate omgeving met veel sneeuw (Hersenschimmen van Bernlef). Ruimte maakt de gebeurtenissen concreet en daardoor voorstelbaar.

o Ruimte roept een bepaalde sfeer op
o Ruimte ondersteunt het thema
o Ruimte heeft mogelijk verband met de opbouw van het verhaal

Werk onderstaande vragen uit in een uiteenzettende tekst.
- Op welke plaatsen speelt het verhaal uit het door jou gelezen boek zich af?
- Zijn de ruimtebeschrijvingen gedetailleerd of karig?
- Wat is de functie van deze ruimtebeschrijvingen?
- Hoe waardeer jij de wijze waarop de ruimte in je boek beschreven is (veel ruimtebeschrijvingen kunnen een verhaal wat langdradig maken).


Het verhaal speelt zich af in Indianapolis, Amerika, waar Hazel Grace Lancaster en haar familie en Augustus Waters met zijn familie wonen. Hier zit Hazel veel thuis, maar gaat ook één keer in de week naar de praatgroep en soms met haar vriendin naar het winkelcentrum. Ongeveer in het midden van het boek gaan Augustus, Hazel en haar moeder naar Amsterdam met het vliegtuig. Daar zitten ze in een hotel, gaan ze naar het Anne Frank huis en bezoeken ze hun lievelingsauteur Peter van Houten. De ruimtebeschrijvingen zijn karig, er wordt weinig verteld over de omgeving en de plaatsen die de personen in het boek bezoeken. Het is ook niet zeer noodzakelijk om te weten hoe de huizen en omgeving van de karakters eruitzien. Je krijgt wel enkele aanwijzingen, zoals dat Augustus een kelder in zijn huis heeft, er veel citaten aan de muren hangen, hoe rommelig huis van Peter van Houten er uitziet en dat Hazel een schommel in haar tuin heeft, maar verder is het helemaal aan de lezer om in te vullen hoe het er allemaal uitgezien heeft. Zelf vind ik dat John Green de ruimtebeschrijvingen goed heeft aangegeven, omdat hij er wel een aantal noemt die wel erg belangrijk zijn voor het karakter van de personen of voor het beeld dat je in je hoofd hebt tijdens het lezen. Hij heeft er echter niet zo veel gebruikt dat het langdradig werd. Er werd je vertelt wat nodig en interessant was om te lezen en meer ook niet.

woensdag 27 mei 2015

Klas 3C, Hoofdstuk 5, Opdracht 2.4

3 december 2014
Lief dagboek,
vanavond heb ik weer in mijn eentje eten, zoals vaker de laatste tijd. Hans zegt dat hij moet overwerken, dat het heel druk is op zijn werk. Ik wil hem wel vertrouwen, maar ik kan het gewoon niet meer. Minimaal drie keer per week moet hij "overwerken", komt hij 's ochtends vroeg thuis en doet hij boos en kortaf tegen me. In mijn boek schreef ik ooit een verhaal over de vriend van Anouk, die vreemdging. Het is eigenlijk heel erg, maar ik verdenk Hans ervan dat hij vreemdgaat. Ik zag hem pas thuiskomen om zes uur in de ochtend, hij stapte uit een rode auto waar hij niet zelf in reed. Misschien ben ik doorgedraaid en zit ik mezelf gek te maken met het idee dat ik niet goed genoeg ben zodat mijn man liever met een ander gaat. Toch twijfel ik iedere dag minder en minder aan mijn theorie. Morgen ga ik Hans volgen, als hij weer eens moet overwerken. Ik hoop zo dat hij écht moet werken en dat ik me zorgen maak om niets, maar ik ben bang. Bang dat Hans wel vreemdgaat, dat mijn theorie klopt en dat ik niet goed genoeg voor hem ben. Dat ik te min ben voor hem.
Voor nu moet ik me concentreren op mijn boek, ook al is het enige waar ik aan kan denken is Hans en aan wat ik morgen ga zien. Soms herken ik mezelf in Anouk, lijkt het alsof ze een soort onderbewustzijn van me is. Dan hoor ik haar stem tegen me praten.

4 december 2014
Stom dagboek,
wat ben ik kwaad. Kwaad!
Hans moest (natuurlijk) overwerken, dus ben ik na zijn dagelijks ik-kom-niet-thuis-vanavond-telefoontje naar zijn werk gegaan. Gesloten, natuurlijk. Op weg naar huis kwam ik langs de basisschool van ons dorp, waar ik een bekend gezicht opmerkte. Hans. En een bekende auto. De rode die die ochtend voor ons huis stopte. Ik zag Hans bij de auto staan, hij wachtte ergens op. Ik besloot achter een boom te blijven staan en toe te kijken. Na tien minuten ging de schoolbel en weer een poosje later kwam een jonge aantrekkelijke vrouw met rood haar en slanke benen naar buiten. Gewoon een lerares, probeerde ik mezelf wijs te maken. Maar diep van binnen wist ik dat het niet 'gewoon' een lerares was. En waar ik bang voor was, gebeurde ook.
De rode feeks liep in de richting van Hans en zoende hem licht op zijn lippen, maar hoe lichter, hoe erger, want dat duidde op een bepaald soort vertrouwelijkheid, de vertrouwelijkheid die ooit tussen mij en Hans ontstond. Hij stapte bij haar in de auto en ze reden weg, naar huis waarschijnlijk waar ze.. Nee. Ik wil het niet eens weten wat ze verder gaan doen.
Via een leerlinge op school (kostte me weer twintig euro) ben ik erachter gekomen dat die rooie een counselor is, Eefje Dekker. Ik moet me echt inhouden om Hans niet meteen aan te vallen als hij thuiskomst, áls hij thuiskomt. Maar hij komt hier niet zomaar mee weg.

13 december 2014
Ik heb een tijdje rustig aangekeken hoe Hans steeds minder thuis is. Mijn Hans, die er voor me zou moeten zijn, liggend bij één of andere roodharige counselor van een bassischool in bed. Een paar dagen geleden heb ik op internet een Walther PPK gekocht. Anouk vertelde me dat het een heel goed idee zou zijn, ze fluisterde me een heel handig plan in.
Ik ga met mijn wapen naar het huis van Eefje waarvan ik de sleutel al heb (uit de jaszak van Hans gehaald) en schiet haar neer. Ik gebruik handschoenen zodat er geen vingerafdrukken te vinden zijn.
Niemand zal er ooit achter komen dat ik haar heb vermoord, ook Hans niet. Hij weet natuurlijk niet dat ik weet dat hij vreemdgaat. Die Eefje krijgt wat ze verdient.
Geweldig plan. Ik hou van Anouk, die diep van binnen super goede ideeën aan me door fluistert. Het gaat me vast lukken, en dan is Hans weer voor mij.

22 maart 2040
Lief dagboek,
wat is er een hoop gebeurt het afgelopen jaar. Het begon allemaal de dag nadat ik voor het laatst in jou heb geschreven, ruim een jaar geleden. Ik heb het gedaan. Ik heb geprobeerd Eefje te vermoorden. Deels is mijn plan gelukt: ik heb inderdaad iemand vermoord. Maar niet Eefje. Toen ik het huis van F.E. Dekker inliep en Anouk me aanraadde te schieten toen ik iemand op me af hoorde lopen, deed ik dat. Ik schoot. Ik rende weg. Ik was in paniek. Eenmaal thuis aangekomen ging de bel en stond de politie op de stoep met de melding dat er iets ergs was gebeurd. Niet met Eefje, nee. Met Hans. Ik had Hans, mijn eigen man, neergeschoten. Eén schot, recht door zijn hart. Op dat moment kon ik er alleen maar aan denken dat die rode feeks nog steeds hier rondliep. Ik werd meegenomen naar het bureau, waar ik verhoord werd. Natuurlijk kon ik mijn mond niet houden en hoe boos Anouk ook op me was vertelde ik in paniek alles aan de politie.
En nu, ruim 25 jaar later, heb ik mijn gevangenisstraf en tijd in de psychiatrische inrichting uitgezeten en heb ik er zoveel spijt van. Elke dag nog denk ik eraan, maar ik probeer het te vergeten. Ik ga verhuizen naar het buitenland, waar niemand me kent. Waar niemand me op straat aanstaart van 'oh kijk, dat is die vrouw die haar man heeft vermoord' en dan met een grote boog om me heen loopt omdat ik zogenaamd gevaarlijk ben. Maar ik weet wel beter. Ik was niet gevaarlijk, Anouk was gevaarlijk. Ik schrijf niet langer over Anouk en heb Anouk uit mijn leven weten te krijgen. Vanaf nu bepaal ik alles zelf.
Ik ga een niet alleen met een nieuw hoofdstuk in mijn boeken beginnen, maar ik begin ook een nieuw hoofdstuk in mijn leven. En daarvoor ga ik proberen te vergeten wat ik, of eigenlijk Anouk, 25 jaar geleden heeft gedaan. Ik ga je verbranden, lief dagboek, zodat ik echt een nieuwe start kan maken en mijn herinneringen uit kan wissen.


vrijdag 22 mei 2015

Klas 3C, Hoofdstuk 4, Opdracht 2.1

Met trillende handen druk ik op de deurbel. Wanneer de deur langzaam opengaat, en de man in de deurpost verschijnt wie ik al meer dan drie jaar lang niet aangekeken of gesproken heb, val ik stil van angst. Misschien was het van verbazing, omdat de altijd vrolijke, ondanks zijn griezelige uitstraling, en lachende, grijsharige conciërge wie me altijd zou helpen, is verandert in een verdrietige en zeer oud uitziende man met een grauwe uitstraling. Even twijfelde ik of ik wel aan het goede adres stond. Even twijfelde ik of mijn beslissing om terug te keren naar meneer Groesbeek de juiste was. Maar ik kon niet meer terug. Het was nu of nooit en in zijn ogen zag ik naast haat en woede toch de sprankeling waarmee hij door de school liep.
Hij herkende me niet, weer een kans om hard weg te rennen. Maar ik hield me sterk, stelde me voor aan hem. Zijn verbaasde blik verdween en er verscheen een vreemde lach op zijn verrimpelde gezicht. 'Kom binnen, Sabina.' Ik stapte het rommelige kleine appartement in en rook een muffe geur. Het leek erop alsof meneer Groesbeek al jaren zijn huis niet meer verlaten had. Hij liep, schuifelde, naar het al jaren niet schoongemaakte aanrecht en schonk een kopje koffie voor me in. Ik wist niet goed hoe ik het gesprek moest beginnen, maar gelukkig begon hij. Groesbeek vertelde me over zijn laatste twee jaar op de school na mijn vertrok op school, over zijn pensioen. Hij vermeed echter de onderwerpen die zouden kunnen leiden tot discussies over mogelijke oorzaken van de verdwijning van Isabel. En dat was de enige rede voor mijn bezoek.
Mijn oog viel op een krantenartikel in een krant die op de vloer lag. ''POLITIE STOPT ZOEKTOCHT ISABEL (9)" Ik besloot subtiel te beginnen over het onderwerp waar ik voor gekomen was. 'Erg hé, dat er nog steeds geen duidelijkheid is over de verdwijning van Isabel destijds?' Hij keek me verschrikt aan, gaf me een snelle 'ja' als antwoord, liep snel naar de voordeur en zette me uit huis.
Verward reed ik terug naar mijn eigen huis, of naar de politie. Daar was ik nog niet uit. Ik zette mijn auto stil op een parkeerplaats naast de weg en ineens werd alles duidelijk voor mij.
Bij het stoplicht reed het vuilgroene busje niet rechtsaf als normaal, maar rechtdoor. Groesbeek reed achter Isabel aan richting het bos, waar hij haar onopgemerkt haar van haar fiets heeft geslagen en heeft meegenomen naar de open plek. Hier heeft hij haar vermoord, haar lichaam in de zee gegooid, zodat niemand ooit te weten zou komen dat hij de dader was.
Ik was in paniek maar tegelijk was het een oplichting de waarheid te weten, dacht ik. Op weg naar de politie bedacht ik me dat mijn broer vanmiddag thuis zou komen uit Engeland, dus besloot ik eerst naar huis te gaan om hem in te lichten en hem mee te vragen naar het politiebureau.
Toen ik thuiskwam hoorde ik stemmen in de woonkamer. Ik weet niet waarom, maar mijn gevoel vertelde me dat het beter was om buiten te blijven wachten dus ik besloot niet naar binnen te gaan, maar de stemmen af te luisteren. Mijn broer was aan het telefoneren, en in zijn stem klonk woede.
'Wat?'
'Wat deed ze bij jou?'
'Vroeg ze naar de verdwijning?'
'Je hebt haar niets verteld toch?'
'Groesbeek, ik wil de waarheid horen.'
'Als jij ook maar iemand verteld wat je die middag gehoord en gezien hebt, hang ik en jij ook.'
'Dat zou ik maar doen ja. Zodra de politie erachter komt dat ik Isabel heb vermoord... Je weet wat er dan gebeurt, dat weet je maar al te goed, Groesbeek. Dus ik zou je mond maar even houden.'
'Ik ga ophangen, en je moet me beloven nooit meer de deur zomaar open te doen.'
'M'n zusje komt zo thuis, en zolang ze niets weet over mijn vergissing, is het goed.
'Shit..'
Ik stormde de woonkamer in. Woedend. Hoe kon ik denken dat die arme conciërge iets te maken had met de moord op Isabel, terwijl hij alleen maar gezien had hoe mijn broer, mijn eigen broer, de moord van Isabel op zijn geweten had. Ik wilde hem wel...
 Tot een pijn in mijn buik alles overnam, ik kon niet meer denken, niets meer doen. Er viel een mes op de vloer en mijn broer fluisterde een zachte 'sorry'. Alles voor mijn ogen werd wazig, en ik het werd me duidelijk wie de schim in mijn dromen was.





















maandag 5 januari 2015

Klas 3C, Hoofdstuk 3, Opdracht 2.4

Het terugsturen van jongeren die al lang in Nederland wonen.
Ik vind het terugsturen van jongeren die al lang in Nederland wonen onrechtvaardig. Deze jongeren zijn waarschijnlijk al helemaal ingeburgerd en hebben hier in Nederland hun eigen vrienden, familie en school. Het zou niet eerlijk zijn om ze na al die jaren terug te sturen naar hun oorspronkelijke land waar misschien nog wel oorlog is. En als er geen oorlog is, blijft het onrechtvaardig om de jongeren terug te sturen, ze horen hier in Nederland. Nederland is een welvarend en ontwikkeld land en heeft het geld om mensen in noodsituaties te helpen, zoals assiekzoekers die vluchten uit hun land vanwege oorlog of omdat hun leven gevaar loopt vanwege hun religie. Ze laten alles achter, hun huis, familie, vrienden, om hier in ons veilige land een betere toekomst op te bouwen, en ik vind dat wij als over het algemeen rijk en welvarend land, hen die moeten gunnen
Wanneer een asielzoeker hier nog maar kort is en nog geen verblijfsvergunning heeft gekregen, mag deze naar mijn mening gewoon terug naar zijn land van afkomst, als er daar vrede is. Heerst daar oorlog dan vind ik dat die persoon hier in Nederland mag blijven, omdat het gevaarlijk is om dan terug te keren. Wel vind ik dat alle buitenlandse mensen die hier komen wonen hun best moeten doen om de Nederlandse taak onder controle te krijgen en proberen werk te zoeken. 
Het is een vooroordeel dat vele Nederlanders hebben: 'Buitenlanders zijn agressief en stelen.' Dit klopt, natuurlijk stelen buitenlanders, maar Nederlanders doen dat net zo goed. Ik vind dat de buitenlanders maar ook de mensen die in Nederland geboren en getogen zijn moet respecteren wat ze hebben en als bekangrijkste: elkaar respecteren.