vrijdag 29 mei 2015

Klas 3C, Een Weeffout In Onze Sterren - John Green

Verwerkingsopdrachten klas 3 boek II (periode 2 en periode 3)





"Some infinities are bigger than other infinities." 

"The marks humans leave are too often scars." 

"Maybe 'okay' will be our Always."

"The world is not a wish-granting factory."  








Blok 1 – Smaakontwikkeling
Werk onderstaande punten uit een kort betoog (+/- 200 woorden)
  • Geef je mening over het boek (stelling)
  • Gebruik minimaal 3 beoordelingswoorden en verwerk deze in
  • 3 argumenten die je verder onderbouwt met bv voorbeelden van passages uit het boek.

Voor deze opdracht ben ik het boek De Weeffout In Onze Sterren gaan lezen. Eerder al had ik de verfilming van het boek gezien, maar ik wilde nog erg graag ook het boek lezen. Het boek was naar mijn mening nog mooier dan de film. Het boek bevatte naast liefde, pijn en verdriet ook veel humoristische en leerzame momenten; ondanks het feit dat Hazel en Augustus weten dat zij de strijd tegen hun kanker niet kunnen winnen, blijven ze vechten en proberen ze het beste van het leven te maken.

John Green vind ik één van de beste schrijvers. Zijn woordkeuze en de manier waarop hij schrijft spreekt mij erg aan. De Weeffout In Onze Sterren is vertaalt door Nan Lenders, welke de woorden en manier van schijven van John Green goed behoud. Er worden mooie citaten genoemd in het boek met voor mij soms eerst onbekende woorden, welke ik heb opgezocht om mijn woordenschat te verbreden.

De Weeffout In Onze Sterren is echt een prachtig boek en een aanrader voor iedereen om te gaan lezen.



Blok 2 – Tijd en opbouw
Kies uit onderstaande lijst minimaal 4 punten die – na uitwerking – een interessant beeld geven van het door jou gelezen boek. Toon hiermee aan dat bv. de panoramische vertelwijze ook daadwerkelijk een functie heeft in de tekst. Geef bij ieder gekozen punt daarom ook een voorbeeld uit het boek.

  • vertelde tijd
  • verteltijd
  • panoramisch vertellen (telling)
  • scenisch vertellen (showing)
  • versnelling
  • vertraging
  • continu vertellen
  • fragmentarisch vertellen
  • chronologische volgorde
  • flashbacks
In De Weeffout In Onze Sterren verandert vak het verteltempo. Er komen momenten voor van showing, zoals wanneer Hazel vertelt hoe een doordeweekse dag met Augustus gaat. Hierna echter gaat zij verder met “op een dag...”. Het is niet na te gaan hoeveel dagen hier tussen hebben gezeten; het verhaal maakt een tijdsprong. Hazel beschrijft hierna echter wel scenisch hoe die dag verliep, de dag waarop Augustus weer opgenomen wordt in het ziekenhuis. John Green heeft van beide verteltempi gebruik gemaakt bij het schrijven van deze New York Bestseller. Hij beschreef belangrijke momenten scenisch en de minder belangrijke momenten vertelde hij panoramisch.

Doordat John Green gebruik heeft gemaakt van tijdsprongen, zoals die in bovenstaande alinea, en terugblikken, zoals het moment wanneer Hazel vertelt over haar verleden toen zij de diagnose longkanker stadium vier kreeg, heeft het verhaal een fragmentarisch karakter gekregen en staat het in de niet-chronologische volgorde.



Blok 3 – Perspectief en vertelsituatie
Zet in een tekst van +/- 50 woorden uiteen wat de vertelsituatie is en beschrijf daarbij het gehanteerde perspectief .


John Green schreef zijn boek vanuit de ogen van Hazel, de hoofdpersoon van het boek. De ik-vertelsituatie is dus gebruikt bij het schrijven van De Weeffout In Onze Sterren. Doordat hij van de ik-vertelsituatie gebruik heeft gemaakt leer je Hazel heel goed kennen en zie je het verhaal helemaal vanuit haar perspectief. Over de andere personen in het boek kom je een stuk minder te weten. Je krijgt alleen te weten wat Hazel over hen denkt en wat ze doen als Hazel erbij is, maar niet wat ze denken en doen als ze alleen of met elkaar zonder Hazel zijn. Wel krijg je natuurlijk heel goed te weten hoe Hazel alles beleeft en aangezien zij de hoofdpersoon in het boek is waar het allemaal om draait vind ik dat John Green de juiste keuze heeft gemaakt om het boek ik de ik-vertelsituatie te schrijven met het perspectief vanuit Hazel's ogen.

Er wordt tijdens het verhaal niet gewisseld van perspectief, je blijft het hele verhaal in de gedachten van Hazel. Er is dus geen sprake van een meervoudige vertelsituatie.


Blok 4 – Spanning
- Ieder boek bevat trucs om de spanning te verhogen. Deze trucs staan
beschreven op bladzijde 160 (methode). Noem minimaal vier trucs en licht ze toe
met voorbeelden uit het verhaal.
- Er wordt onderscheid gemaakt tussen actiespanning en psychologische spanning.
Zet uiteen waarop in je boek de nadruk ligt. Leg je antwoord uit.


1. De schrijver heeft duidelijk gebruik gemaakt van de truc door bij de lezer vermoedens of verwachtingen over de afloop laren ontstaan door aanwijzingen te geven over de afloop. Al in het begin wordt duidelijk dat Hazel de uitslag kanker heeft gekregen en het niet gaat overleven. Je hebt dus al vanaf de eerste bladzijde de vraag of Hazel het gaat overleven of niet. Later komt daar ook nog bij dat ook Augustus zijn kanker is teruggekeerd. Ook dan komt weer de vraag in je op of hij het gaat overleven of niet.

2. De Weeffout In Onze Sterren is niet zozeer een heel spannend boek. Meer een meeslepend en soms ook grappig verhaal, maar vooral ook erg verdrietig. John Green heeft zeker gebruik gemaakt van het vertragen van het verhaal op de momenten dat het erg meeslepend en daardoor toch ook wel degelijk spannend wordt. Dit komt bijvoorbeeld voor op het moment dat Hazel heel graag naar Amsterdam wil, maar dat door haar ziekte niet kan. Natuurlijk gaan haar moeder en Augustus proberen te regelen dat het wel kan, maar het duurt een tijdje voordat de lezer te weten krijgt of ze nu wel of niet gezond genoeg is om mee te gaan naar Amsterdam.

3. Het verhaal bevat ook een onverwachte wending. Je zou al vanaf het begin denken dat Hazel het niet zou overleven. Dat is echter tot aan het einde van het boek wel het geval. Wie het niet overleeft is Augustus. Ook dat is een onverwachte wending omdat hij in het begin vertelt dat hij helemaal schoon was. Pas tegen het eind van het boek vertelt hij Hazel dat de kanker terug is en dat hij het niet gaat overleven.

4. Voor John Green was het onmogelijk een informatievoorsprong te geven omdat alles vanuit het oogperspectief van Hazel is beschreven. Zo kan de lezer nooit meer informatie krijgen dan de hoofdpersoon uit het boek.

Er is voornamelijk gebruik gemaakt van psychologische spanning. Het gaat namelijk vooral om de gedachten en gevoelens van de hoofdpersonen. Het gaat om de angst voor wat er zou kunnen gebeuren. Hazel is bang om zelf dood te gaan, maar vooral bang dat haar vriendje Augustus dood gaat en dat haar ouders niet doorgaan met leven na haar overlijden.

Er komen wel een aantal momenten in het verhaal voor waarop actiespanning een grote rol speelt, zoals wanneer Augustus sigaretten gaat halen op het tankstation en het niet helemaal goed gaat en hij in paniek Hazel belt en naar het ziekenhuis is, waar het nog maar de vraag is of het allemaal goed gaat aflopen op de Intensive Care...



Blok 5 – Thema en motief
Met het begrip ‘thema’ wordt de diepere bedoeling van een boek bedoeld, men spreekt wel van een algemene grondgedachte. Het thema kun je achterhalen door alert te zijn op terugkerende verhaalelementen die in soorten zijn onder te verdelen:

o Psychologische motieven
o Tijd- en ruimtemotieven
o Religieuze motieven
o Intrigemotieven

- Bepaal het thema uit het door jou gelezen boek en verklaar dit thema (geef een onderbouwing) door de motieven te benoemen. Zie voor verdere achtergrondinformatie blz. 202 uit de methode.


Het thema van De Weeffout In Onze Sterren is houden van het leven zolang het er nog is. Enkele motieven zijn:
  • dood; de dood is een heel heftig maar toch belangrijk motief in het verhaal waar het ook vaak over gaat. Voor Hazel en ook voor Augustus is het zeker dat ze niet oud zullen worden samen,
  • genieten; ondanks de zekerheid van het snel te komen overlijden proberen Hazel en Augustus toch te genieten van hun kleine oneindigheid samen. “Some infinities are bigger than other infinities.”
  • vriendschap en liefde; deze twee motieven zijn erg belangrijk in het boek. Hazel en Augustus zijn niet alleen verliefd op elkaar, maar zijn ook hele goed vrienden. Ook hebben zo wel Hazel als Augustus een hele goede band met hun bline vriend Isaac en houden de ouders van hun allebei erg veel van hun kinderen en elkaar.
  • medelijden; Hazel had er een hekel aan als mensen medelijden met haar hadden. Ze wilde altijd dat mensen haar als een gewoon mens zagen, een Hazel met maar een klein beetje kanker, en niet kanker met maar een heel klein beetje Hazel.


Blok 6 – Ruimte
Ruimtebeschrijvingen kunnen versterkend werken. Zo zal bij een droevige gebeurtenis zelden de zon schijnen en speelt het verhaal van een dementerende oude man zich af in een desolate omgeving met veel sneeuw (Hersenschimmen van Bernlef). Ruimte maakt de gebeurtenissen concreet en daardoor voorstelbaar.

o Ruimte roept een bepaalde sfeer op
o Ruimte ondersteunt het thema
o Ruimte heeft mogelijk verband met de opbouw van het verhaal

Werk onderstaande vragen uit in een uiteenzettende tekst.
- Op welke plaatsen speelt het verhaal uit het door jou gelezen boek zich af?
- Zijn de ruimtebeschrijvingen gedetailleerd of karig?
- Wat is de functie van deze ruimtebeschrijvingen?
- Hoe waardeer jij de wijze waarop de ruimte in je boek beschreven is (veel ruimtebeschrijvingen kunnen een verhaal wat langdradig maken).


Het verhaal speelt zich af in Indianapolis, Amerika, waar Hazel Grace Lancaster en haar familie en Augustus Waters met zijn familie wonen. Hier zit Hazel veel thuis, maar gaat ook één keer in de week naar de praatgroep en soms met haar vriendin naar het winkelcentrum. Ongeveer in het midden van het boek gaan Augustus, Hazel en haar moeder naar Amsterdam met het vliegtuig. Daar zitten ze in een hotel, gaan ze naar het Anne Frank huis en bezoeken ze hun lievelingsauteur Peter van Houten. De ruimtebeschrijvingen zijn karig, er wordt weinig verteld over de omgeving en de plaatsen die de personen in het boek bezoeken. Het is ook niet zeer noodzakelijk om te weten hoe de huizen en omgeving van de karakters eruitzien. Je krijgt wel enkele aanwijzingen, zoals dat Augustus een kelder in zijn huis heeft, er veel citaten aan de muren hangen, hoe rommelig huis van Peter van Houten er uitziet en dat Hazel een schommel in haar tuin heeft, maar verder is het helemaal aan de lezer om in te vullen hoe het er allemaal uitgezien heeft. Zelf vind ik dat John Green de ruimtebeschrijvingen goed heeft aangegeven, omdat hij er wel een aantal noemt die wel erg belangrijk zijn voor het karakter van de personen of voor het beeld dat je in je hoofd hebt tijdens het lezen. Hij heeft er echter niet zo veel gebruikt dat het langdradig werd. Er werd je vertelt wat nodig en interessant was om te lezen en meer ook niet.

woensdag 27 mei 2015

Klas 3C, Hoofdstuk 5, Opdracht 2.4

3 december 2014
Lief dagboek,
vanavond heb ik weer in mijn eentje eten, zoals vaker de laatste tijd. Hans zegt dat hij moet overwerken, dat het heel druk is op zijn werk. Ik wil hem wel vertrouwen, maar ik kan het gewoon niet meer. Minimaal drie keer per week moet hij "overwerken", komt hij 's ochtends vroeg thuis en doet hij boos en kortaf tegen me. In mijn boek schreef ik ooit een verhaal over de vriend van Anouk, die vreemdging. Het is eigenlijk heel erg, maar ik verdenk Hans ervan dat hij vreemdgaat. Ik zag hem pas thuiskomen om zes uur in de ochtend, hij stapte uit een rode auto waar hij niet zelf in reed. Misschien ben ik doorgedraaid en zit ik mezelf gek te maken met het idee dat ik niet goed genoeg ben zodat mijn man liever met een ander gaat. Toch twijfel ik iedere dag minder en minder aan mijn theorie. Morgen ga ik Hans volgen, als hij weer eens moet overwerken. Ik hoop zo dat hij écht moet werken en dat ik me zorgen maak om niets, maar ik ben bang. Bang dat Hans wel vreemdgaat, dat mijn theorie klopt en dat ik niet goed genoeg voor hem ben. Dat ik te min ben voor hem.
Voor nu moet ik me concentreren op mijn boek, ook al is het enige waar ik aan kan denken is Hans en aan wat ik morgen ga zien. Soms herken ik mezelf in Anouk, lijkt het alsof ze een soort onderbewustzijn van me is. Dan hoor ik haar stem tegen me praten.

4 december 2014
Stom dagboek,
wat ben ik kwaad. Kwaad!
Hans moest (natuurlijk) overwerken, dus ben ik na zijn dagelijks ik-kom-niet-thuis-vanavond-telefoontje naar zijn werk gegaan. Gesloten, natuurlijk. Op weg naar huis kwam ik langs de basisschool van ons dorp, waar ik een bekend gezicht opmerkte. Hans. En een bekende auto. De rode die die ochtend voor ons huis stopte. Ik zag Hans bij de auto staan, hij wachtte ergens op. Ik besloot achter een boom te blijven staan en toe te kijken. Na tien minuten ging de schoolbel en weer een poosje later kwam een jonge aantrekkelijke vrouw met rood haar en slanke benen naar buiten. Gewoon een lerares, probeerde ik mezelf wijs te maken. Maar diep van binnen wist ik dat het niet 'gewoon' een lerares was. En waar ik bang voor was, gebeurde ook.
De rode feeks liep in de richting van Hans en zoende hem licht op zijn lippen, maar hoe lichter, hoe erger, want dat duidde op een bepaald soort vertrouwelijkheid, de vertrouwelijkheid die ooit tussen mij en Hans ontstond. Hij stapte bij haar in de auto en ze reden weg, naar huis waarschijnlijk waar ze.. Nee. Ik wil het niet eens weten wat ze verder gaan doen.
Via een leerlinge op school (kostte me weer twintig euro) ben ik erachter gekomen dat die rooie een counselor is, Eefje Dekker. Ik moet me echt inhouden om Hans niet meteen aan te vallen als hij thuiskomst, áls hij thuiskomt. Maar hij komt hier niet zomaar mee weg.

13 december 2014
Ik heb een tijdje rustig aangekeken hoe Hans steeds minder thuis is. Mijn Hans, die er voor me zou moeten zijn, liggend bij één of andere roodharige counselor van een bassischool in bed. Een paar dagen geleden heb ik op internet een Walther PPK gekocht. Anouk vertelde me dat het een heel goed idee zou zijn, ze fluisterde me een heel handig plan in.
Ik ga met mijn wapen naar het huis van Eefje waarvan ik de sleutel al heb (uit de jaszak van Hans gehaald) en schiet haar neer. Ik gebruik handschoenen zodat er geen vingerafdrukken te vinden zijn.
Niemand zal er ooit achter komen dat ik haar heb vermoord, ook Hans niet. Hij weet natuurlijk niet dat ik weet dat hij vreemdgaat. Die Eefje krijgt wat ze verdient.
Geweldig plan. Ik hou van Anouk, die diep van binnen super goede ideeën aan me door fluistert. Het gaat me vast lukken, en dan is Hans weer voor mij.

22 maart 2040
Lief dagboek,
wat is er een hoop gebeurt het afgelopen jaar. Het begon allemaal de dag nadat ik voor het laatst in jou heb geschreven, ruim een jaar geleden. Ik heb het gedaan. Ik heb geprobeerd Eefje te vermoorden. Deels is mijn plan gelukt: ik heb inderdaad iemand vermoord. Maar niet Eefje. Toen ik het huis van F.E. Dekker inliep en Anouk me aanraadde te schieten toen ik iemand op me af hoorde lopen, deed ik dat. Ik schoot. Ik rende weg. Ik was in paniek. Eenmaal thuis aangekomen ging de bel en stond de politie op de stoep met de melding dat er iets ergs was gebeurd. Niet met Eefje, nee. Met Hans. Ik had Hans, mijn eigen man, neergeschoten. Eén schot, recht door zijn hart. Op dat moment kon ik er alleen maar aan denken dat die rode feeks nog steeds hier rondliep. Ik werd meegenomen naar het bureau, waar ik verhoord werd. Natuurlijk kon ik mijn mond niet houden en hoe boos Anouk ook op me was vertelde ik in paniek alles aan de politie.
En nu, ruim 25 jaar later, heb ik mijn gevangenisstraf en tijd in de psychiatrische inrichting uitgezeten en heb ik er zoveel spijt van. Elke dag nog denk ik eraan, maar ik probeer het te vergeten. Ik ga verhuizen naar het buitenland, waar niemand me kent. Waar niemand me op straat aanstaart van 'oh kijk, dat is die vrouw die haar man heeft vermoord' en dan met een grote boog om me heen loopt omdat ik zogenaamd gevaarlijk ben. Maar ik weet wel beter. Ik was niet gevaarlijk, Anouk was gevaarlijk. Ik schrijf niet langer over Anouk en heb Anouk uit mijn leven weten te krijgen. Vanaf nu bepaal ik alles zelf.
Ik ga een niet alleen met een nieuw hoofdstuk in mijn boeken beginnen, maar ik begin ook een nieuw hoofdstuk in mijn leven. En daarvoor ga ik proberen te vergeten wat ik, of eigenlijk Anouk, 25 jaar geleden heeft gedaan. Ik ga je verbranden, lief dagboek, zodat ik echt een nieuwe start kan maken en mijn herinneringen uit kan wissen.


vrijdag 22 mei 2015

Klas 3C, Hoofdstuk 4, Opdracht 2.1

Met trillende handen druk ik op de deurbel. Wanneer de deur langzaam opengaat, en de man in de deurpost verschijnt wie ik al meer dan drie jaar lang niet aangekeken of gesproken heb, val ik stil van angst. Misschien was het van verbazing, omdat de altijd vrolijke, ondanks zijn griezelige uitstraling, en lachende, grijsharige conciërge wie me altijd zou helpen, is verandert in een verdrietige en zeer oud uitziende man met een grauwe uitstraling. Even twijfelde ik of ik wel aan het goede adres stond. Even twijfelde ik of mijn beslissing om terug te keren naar meneer Groesbeek de juiste was. Maar ik kon niet meer terug. Het was nu of nooit en in zijn ogen zag ik naast haat en woede toch de sprankeling waarmee hij door de school liep.
Hij herkende me niet, weer een kans om hard weg te rennen. Maar ik hield me sterk, stelde me voor aan hem. Zijn verbaasde blik verdween en er verscheen een vreemde lach op zijn verrimpelde gezicht. 'Kom binnen, Sabina.' Ik stapte het rommelige kleine appartement in en rook een muffe geur. Het leek erop alsof meneer Groesbeek al jaren zijn huis niet meer verlaten had. Hij liep, schuifelde, naar het al jaren niet schoongemaakte aanrecht en schonk een kopje koffie voor me in. Ik wist niet goed hoe ik het gesprek moest beginnen, maar gelukkig begon hij. Groesbeek vertelde me over zijn laatste twee jaar op de school na mijn vertrok op school, over zijn pensioen. Hij vermeed echter de onderwerpen die zouden kunnen leiden tot discussies over mogelijke oorzaken van de verdwijning van Isabel. En dat was de enige rede voor mijn bezoek.
Mijn oog viel op een krantenartikel in een krant die op de vloer lag. ''POLITIE STOPT ZOEKTOCHT ISABEL (9)" Ik besloot subtiel te beginnen over het onderwerp waar ik voor gekomen was. 'Erg hé, dat er nog steeds geen duidelijkheid is over de verdwijning van Isabel destijds?' Hij keek me verschrikt aan, gaf me een snelle 'ja' als antwoord, liep snel naar de voordeur en zette me uit huis.
Verward reed ik terug naar mijn eigen huis, of naar de politie. Daar was ik nog niet uit. Ik zette mijn auto stil op een parkeerplaats naast de weg en ineens werd alles duidelijk voor mij.
Bij het stoplicht reed het vuilgroene busje niet rechtsaf als normaal, maar rechtdoor. Groesbeek reed achter Isabel aan richting het bos, waar hij haar onopgemerkt haar van haar fiets heeft geslagen en heeft meegenomen naar de open plek. Hier heeft hij haar vermoord, haar lichaam in de zee gegooid, zodat niemand ooit te weten zou komen dat hij de dader was.
Ik was in paniek maar tegelijk was het een oplichting de waarheid te weten, dacht ik. Op weg naar de politie bedacht ik me dat mijn broer vanmiddag thuis zou komen uit Engeland, dus besloot ik eerst naar huis te gaan om hem in te lichten en hem mee te vragen naar het politiebureau.
Toen ik thuiskwam hoorde ik stemmen in de woonkamer. Ik weet niet waarom, maar mijn gevoel vertelde me dat het beter was om buiten te blijven wachten dus ik besloot niet naar binnen te gaan, maar de stemmen af te luisteren. Mijn broer was aan het telefoneren, en in zijn stem klonk woede.
'Wat?'
'Wat deed ze bij jou?'
'Vroeg ze naar de verdwijning?'
'Je hebt haar niets verteld toch?'
'Groesbeek, ik wil de waarheid horen.'
'Als jij ook maar iemand verteld wat je die middag gehoord en gezien hebt, hang ik en jij ook.'
'Dat zou ik maar doen ja. Zodra de politie erachter komt dat ik Isabel heb vermoord... Je weet wat er dan gebeurt, dat weet je maar al te goed, Groesbeek. Dus ik zou je mond maar even houden.'
'Ik ga ophangen, en je moet me beloven nooit meer de deur zomaar open te doen.'
'M'n zusje komt zo thuis, en zolang ze niets weet over mijn vergissing, is het goed.
'Shit..'
Ik stormde de woonkamer in. Woedend. Hoe kon ik denken dat die arme conciërge iets te maken had met de moord op Isabel, terwijl hij alleen maar gezien had hoe mijn broer, mijn eigen broer, de moord van Isabel op zijn geweten had. Ik wilde hem wel...
 Tot een pijn in mijn buik alles overnam, ik kon niet meer denken, niets meer doen. Er viel een mes op de vloer en mijn broer fluisterde een zachte 'sorry'. Alles voor mijn ogen werd wazig, en ik het werd me duidelijk wie de schim in mijn dromen was.