zondag 28 februari 2016

Leesverslag klas 4 - IV


Bert Wagendorp, Ventoux
Noordhoff Uitgevers BV, Groningen, 2015, Vijftiende druk
233 pagina's


Genre
Het boek Ventoux is een avonturen roman, maar bevat ook autobiografische kenmerken, erotiek en natuurlijk sport. De autobiografische kenmerken zijn te zien in de overeenkomsten tussen Bert Wagendorp en de hoofdpersoon van het boek, Bart. De erotiek vind plaats tussen de Peter en Laura en ook tussen Bart en Laura.

Samenvatting
De hoofdfiguur van de roman heet Bart Hoffman, hij is misdaadverslaggever van de Volkskrant.  Hij is 48 jaar oud en geboren in het Gelderse Zutphen. Hij heeft een grote passie voor wielrennen en was eerst sportverslaggever. Het heden speelt in de zomer van 2012.
Hij leeft gescheiden van zijn ex-vrouw Hinke met wie hij op 24 jarige leeftijd is getrouwd en bij wie hij een dochter Anna heeft die inmiddels 21 jaar is geworden en met wie hij een goed contact heeft. Ook zij houdt wel van wielrennen en ze weet er veel van. Wanneer hij een keer met haar in Noord-Holland (hij woont namelijk nu in Alkmaar) met haar gaat fietsen , praat hij over een vreemd toeval. Een van zijn vroegere vrienden André heeft hij pas in de rechtszaal ontmoet, omdat hij verdacht werd van cokehandel. Hij werd overigens wel vrijgesproken. Een andere vriend Joost Walvoort is genomineerd voor de Spinozaprijs voor zijn wetenschappelijke verdiensten. Bart zoekt via de telefoon contact met Joost en hij wil weer eens met hem afspreken. Bart zoekt eerst in Rotterdam André op die een heel jonge Russische vrouw Ludmilla heeft. Die lijkt op een vriendin Laura die ze vroeger allemaal gekend hebben. Ze gaan samen een rondje Rotterdam en omstreken fietsen. En later doet hij dat bij Joost. In Zutphen bezoekt Bart ook een andere vriend David, die van Surinaamse afkomst is. Ook hij hoorde tot een vriendenclub van vroeger. Hij runt een reisbureau.
Tot die vriendenclub behoorde ook Peter Seegers, die op een dag is komen aanvaren met zijn vader in een drijvend bordeel. Zijn vader was getrouwd met de Russische Olga. De boot ‘Sweet Lady Jane’ werd in de IJssel afgemeerd en kreeg veel klanten uit de omgeving. Peter kwam bij de andere vrienden op school. Hij is een jonge dichter en past  eigenlijk niet zo bij de hoerenboot. Zijn gedichten sieren echter de wand van de boot. In 1981 maken de vrienden ook kennis met Laura van Bemmel: stuk voor stuk worden ze verliefd op haar, ook Bart. Laura is een jaar jonger dan de anderen: ze is in 1965 geboren.
Laura’s ouders behoorden tot een kleine, maar strenge kerk in Zutphen, maar Laura probeert zich daaraan te ontworstelen. “Ze kunnen het geloof niet bij me naar binnen slaan”, zegt ze tegen de vrienden. Het meest lijkt ze zich aangetrokken te voelen tot de dichterlijke Peter, wiens gedichten ze meteen lijkt te snappen. Ze geeft hem ook adviezen. Hij brengt een bundel “Gedichten voor Anna” uit, die eigenlijk gedichten voor Laura zijn. Laura beschouwt zich als zijn muze. De bundel wordt een groot succes. Bart betrapt echter Joost ook een keer met Laura en Bart hoort dat Laura ook een keer met André een concert bezoekt. Kortom, Laura heeft iedereen in de vriendenkring ingepalmd. Ze kijken ook vaak met zijn allen naar films.
Diezelfde  Laura neemt in het verhaalheden als Laura Guazzi ineens na zoveel jaar contact met  Bart op. Ze wil hem en de anderen ontmoeten: ze heeft een theatercongres in Avignon en dertig jaar na dato wil ze weer iets met de mannen van de Mont Ventoux. De vrienden vinden dat wel leuk. Intussen krijgt Joost de Spinozaprijs uitgereikt voor zijn wetenschappelijk onderzoek. De vrienden besluiten dan om naar Frankrijk te gaan en de beruchte berg opnieuw te gaan bestrijden en om Laura te ontmoeten.

Het verleden
In 1982 was bij de vrienden ook het idee opgekomen om  te gaan fietsen in Frankrijk. Joost  die natuurkundige kennis heeft, heeft uitgerekend hoeveel minuten hij er met zijn gewicht en met zijn fiets over moet doen. Hij zal er minder dan twee uur over doen om de berg te beklimmen. Ze gaan er wel voor trainen.  André heeft een vader die aardig kon wielrennen en hij wil ook mee. Ook Peter die niet zo sportief is, wil mee naar de Ventoux. Hij is geïnspireerd door het gedicht van Jan Kal over de berg.  Joost en Bart gaan met de Golf van zijn ouders op weg naar Frankrijk. De anderen zullen nakomen. Ze oefenen onderweg onder andere in Zuid-Limburg,  maar ook bij de andere bergen die ze onderweg tegenkomen. Bart krijgt onderweg visioenen onder andere van Laura die in een sexy, rode bikini hem staat aan te moedigen. Het zijn hallucinaties op grote hoogte, zegt Joost. Later komen ze David, André, Peter en Laura tegen op een camping in de buurt van Ventoux. De volgende dag gaan alle vrienden iets doen en Laura blijft met Bart alleen achter op de camping. Ze gaan met elkaar voor het eerst naar bed. De volgende dag gaan ze fietsen op de berg. Joost, Bart en Peter gaan op de fiets. André zit met David bij Laura in de auto. Bart is in vorm en laat eerst Peter en daarna Joost achter. Bart is als eerste boven tot ergernis van Joost, die zijn dag niet heeft. Veel later komt Peter aangezwoegd. Hij heeft tijdens de beklimming een parlandogedicht gemaakt. Het thema is heimwee naar treurigheid en de schoonheid van onvervulbare wensen. Daarna stort hij zich in de afdaling, maar die wordt hem fataal. Hij valt en  is op slag dood en hij wordt overgebracht naar Nederland. Laura is niet eens bij de begrafenis. Ze verdwijnt naar Italië. Peters vader sterft kort daarna en daarna verdwijnt diens moeder Olga spoorloos.
In 2012 maakt Bart aan zijn dochter Anna duidelijk hoe ze aan haar naam gekomen is. Hij vertelt haar over Peter Seegers. Hij vertelt haar ook over zijn liefde voor Laura. Anna zegt dat ze op dit moment ook verliefd is. De vrienden besluiten wel te trainen voor hun tweede rit naar de top. Tijdens zo’n ritje wordt opgehaald dat Bart seks heeft gehad met Laura voordat hij de eerste beklimming deed. Bijna alle vrienden hadden het wel geweten of aangevoeld. Dan vertelt Joost dat Peter en Laura er ook op los neukten en dat het heus niet allen zijn muze was geweest.
Ze gaan met zijn allen  ook naar het graf van Peter kijken en André versiert de steen van de jongen met het wielershirt en petje van zijn vader. Ze maken daarvan een foto: van de vriendengroep van vroeger  ontbreekt daar alleen Laura.  Intussen is in de Amerikaanse media  gemeld dat Joost mogelijk fraude heeft gepleegd bij zijn meetresultaten in de natuurkunde waardoor hij ten onrechte de Spinozaprijs heeft gekregen.  Hij zet zijn advocaat erop, maar het ziet er niet al te gunstig uit. De lezer weet uit de houding van Joost af te leiden dat hij inderdaad gefraudeerd heeft.
De volgende dag komt ook dochter Anna met haar nieuwe vriend Lennard op bezoek: hij is groot en een basketballer. Bart vertelt over de foto van de proloog en hij vertelt Anna dat hij toen op de dag voor de beklimming met Laura seks heeft gehad. Bart  maakt een afspraak met Laura: ze is nog even mooi als dertig jaar geleden. Ze is gekomen uit Avignon en heeft er een stuk geregisseerd: Il Retorno (de terugkeer, wat natuurlijk wel  symbolisch  voor de vrienden). Het is een melancholische aangelegenheid. Ze nemen afscheid en ze zegt dat ze naar de Mont Ventoux zal komen.
Intussen heeft ook De Telegraaf gemeld dat Joost een oplichter is. Hij is woedend, maar schaamt zich zo dat hij de benen neemt. Maar hij komt de volgende morgen terug met Laura. Ze gaan die avond met elkaar eten en ze willen graag weten wat zich precies heeft afgespeeld op de dag voor Peters dood. Via via horen ze dat Peter eigenwijs destijds  is geweest en een verkeerd som lijm gebruikt heeft voor het plakken van zijn tubes. Door de warmte zou die lijm heel snel gesmolten zijn, waardoor een dodelijke afdaling onvermijdelijk bleek.
Laura heeft het gedicht nog bewaard dat Peter na zijn beklimming had geschreven en op de top had voorgedragen. Ze vertelt echter dat Peter ook een heel andere, zwarte kant heeft gehad. Ze vertelt over de film “The Night Porter” met Dirk Bogarde en Charlotte Rampling. Hierin gaat een oude SS’er met een jong Jodinnetje Lucia naar bed: seks en macht staan in een bepaalde verhouding tot elkaar. Peter had Laura namelijk  opdracht geven met Bart naar bed te gaan. Joost en Bart krijgen daarna nog ruzie en Bart slaat Joost met een schilderij op zijn kop.  Opnieuw loopt die weg, maar hij keert de volgende dag toch terug om de tocht te ondernemen. Bart en Laura zijn weer heel intiem geweest, maar uiteindelijk wijst ze zijn hand terug die op zoek was naar seks.
De beklimming  van de dag daarna wordt zwaar: André fietst nu ook mee in een trui van zijn vader en  op de fiets van zijn vader. Voor David is de tocht al heel snel te zwaar en hij stapt in de bezemauto bij Laura. Bart heeft het moeilijk  en hij begint te hallucineren: hij praat tegen zichzelf en hij ziet op een gegeven moment Peter voor zich rijden. Hij neemt zich voor het boek te schrijven dat hij van plan was. André en Bart rijden samen naar boven: Joost blijft wat achter. André draagt op de top zijn voltooide  tocht op aan zijn overleden vader. De vriendschap blijkt ineens weer hechter. Dan komt nog een verrassing. Laura komt naar het restaurant waar ze op de goede afloop wat gaan drinken met een jonge man aan haar arm naar hen toe. De man is blind. Hij heeft de lieve ogen van Olga. Voor hen staat Peter, blinde Peter. Het is de zoon die uit de relatie tussen Laura en Peter is ontstaan, Willem. Het is de reden dat Laura direct na het ongeluk met Peter de benen had genomen.
Ze rijden opnieuw met zijn zessen naar de plek waar Peter gestorven is. André trekt het wielershirt van zijn vader uit en drapeert het om het paaltje waardoor Peter is gestorven. Ze vormen een kring  van vrienden. Een felle windstoot maakt het shirt los en het dwarrelt het dal in.


Informatiemap

Biografische gegevens
Op 5 november 1956 is Bert Wagendorp geboren in Groenlo. Hij studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde in Groningen aan de Rijksuniversiteit. Nadat hij een tijdje in de reclame heeft gewerkt, werd hij in 1985 sportverslaggever. Eerst bij de Leeuwarder Courant en in 1988 bij de Volkskrant. Vanaf 1989 heeft Wagendorp zes keer van de Tour de France verslag mogen doen en in 1995 heeft hij zijn eerste boek uitgebracht, De Proloog. Bert is ook een tijdje werkzaam geweest in London, als correspondent. Op dit moment is hij redacteur en mede oprichter van een 'De Muur', een literair wielertijdschrift. Ook is hij columnist van de Volkskrant. In 2015 heeft hij samen met zijn dochter Hannah het boek Vader en Dochter geschreven.

Bibliografie
  • 1995: De Proloog

  • 2002: Tussen Bordeaux en Alpe d'Huez, Nederland in 100 jaar Tour de France

  • 2005: De dubbele schaar

  • 2006: Sportleven

  • 2008: Het kan altijd erger

  • 2008: HNS Sportboek

  • 2009: Ard Schenk

  • 2010: De wereld volgens Wagendorp

  • 2010: Digue Ventoux

  • 2013: Ventoux

  • 2014 Het jongensparadijs

  • 2015: Vader en dochter boek



  • Recensies

    NRC ****
    Wagendorp kruidt de roman met speelse bedenkingen over wielrennen en over doping. ‘Er wordt te weinig geslikt tegenwoordig. Vroeger gooiden ze er wat in en trokken ze ten aanval, maar dat mag tegenwoordig niet meer. Gelukkig hoeft mijn vader dit niet meer mee te maken.’ Maar gelukkig wint de soms hilarische humor het van de dodelijke ernst. Dus blijf je op het einde van de spannende rit achter met een feelgood-boek. Om straks op vakantie in de Provence te lezen. Laat ons hopen dat de film er komt. Dan kan die op het schap naast Four Weddings and a Funeral.

    Volkskrant; ****
    Ventoux gaat niet zozeer over wielrennen als wel over het wezen van vriendschap, met de gelijknamige col in de rol van louteringsberg die moet worden beklommen om die gecorrumpeerde vriendschap te kunnen herwinnen. Wagendorp heeft een jongensboek (v/m) geschreven dat leest als een trein. Preciezer: als de wielertrein van de Raleighploeg die, eind jaren zeventig, begin jaren tachtig, negen van de elf ploegentijdritten in de Tour won.

    Fietspraat;
    Ventoux leest weg als een spannend jongensboek. Lezers, opgegroeid in de jaren tachtig van de vorige eeuw, zullen veel herkenning vinden in zaken die aangehaald worden. Dit kunnen zowel zaken zijn uit de wielersport, zoals het refereren aan winnaars van wedstrijden uit die periode, maar ook andere typische jaren 80 zaken, zoals Puch of Kreidler brommers. Iemand die het boek Ventoux gaat lezen met het idee om een leuk wielerboek te lezen krijgt misschien niet helemaal waar hij op gehoopt heeft. Toch komt wielrennen regelmatig in het boek voor en vormt de beklimming van de Ventoux eigenlijk twee keer een leidraad in het verhaal.


    Ondanks al die literaire verwijzingen heeft de roman meer weg van een literaire thriller. Waarom reed Peter destijds als een bezetene de berg af? Op die vraag moet een antwoord komen en Wagendorp zorgt er met een paar verrassende wendingen op het einde voor dat er toch sprake is van ‘happy end’. Er is meer duidelijkheid over het verleden gekomen en de vriendschap blijft ook na dertig jaar overeind.

    Wielertaal; *****
    Net zoals de meeste wielerboeken die boven het maaiveld uitsteken, gaat het boek slechts ten dele over wielrennen. Het gaat over veel meer. Vriendschap. Ouder worden. Vergankelijkheid. De krankzinnige wendingen die ieders leven kan nemen. Liefde. De dood. En het blijft fascinerend dat het wielrennen zich zo goed laat combineren met het leven in haar meest intense vorm. Wagendorp is daar in geslaagd op een ultieme manier.


    Mustreads;
    Het enige dat je Wagendorp zou kunnen verwijten is het feit dat het boek leest als een trein die te vroeg bij zijn eindbestemming is. Het leest namelijk soms wel erg makkelijk weg, en voor je het weet sla je dan ook alweer de laatste bladzijde om. Dat je dan op het eind ook nog moet lezen hoe het leven van de hoofdpersonen verder gaat, maakt de roman net iets teveel af. Iets meer mysterie zou niet misstaan hebben, zeker niet op een berg die al met zoveel mysterie omgeven is.

    Recensieweb; ***
    Jammer van dat mooie jongensboek. Gelukkig kan een roman anders dan een wielerronde behalve een proloog ook een epiloog hebben. Het geeft Wagendorp alle gelegenheid er weer dat fijne jongensboek van te maken dat Ventoux grotendeels is. Met de vrienden die in hun leven op een dood spoor waren beland, komt het dan ook helemaal goed. Ook de roman waar zij de hoofdpersonen van zijn, komt dan weer op zijn pootjes terecht. Maar wel langs het randje.

    De Contrabas;
    Ventoux leest lekker weg – ik heb de afgelopen week niet gemerkt dat de trein in Olst stopte (niet dat ik er daar uit moest, maar ik kijk ter hoogte van Groot Hoenlo altijd even uit het raam als eerbetoon aan de literatuur); het is goed geschreven, er is nagedacht over de compositie, er blijft ondanks het grondpatroon van het verhaal nog wel iets te raden over en de personages zijn op het flatte af benijdenswaardig hedendaags, terwijl de verleden tijdgeest verankerd zit in muzikale en filmische voorkeuren.

    Boekhappen; ***½
    Ik vond Ventoux een erg prettig boek dat leest als een trein en ook nog ergens over gaat. Het is géén mannenboek, en ook géén wielrenboek, al is het wel leuk als je er een klein beetje verstand van hebt. Het brengt je in een plezierige vakantie-stemming.

    Boeken proeven;
    Boek vind ik vergelijkbaar met Grip van Enter waarbij een groep alpinisten terugkeert naar de plek waar in het verleden ook iets ernstigs is gebeurd en het boek van Jan de Zanger hadden we er maar iets van gezegd waarbij een groep vrienden elkaar na jaren weer treft nadat een klasgenoot vroeger zelfmoord heeft gepleegd.

    House of Cycling; *****
    Het verhaal dat Wagendorp heeft opgetekend is levensecht, je kruipt in de karakters, het is een feest van liefde, vriendschap, hoop, verlies en drama. Daarnaast blijkt het wielrennen een perfecte kapstok om dit allemaal aan op te hangen. ‘Ventoux’ van Bert Wagendorp hoort wat mij betreft thuis in de top 5. Dit boek is een absolute must voor iedere wielerliefhebber, romanticus en iedereen die in het leven is geïnteresseerd.

    Roosendaal Cultureel Spotlight; ****
    Die berg doet kennelijk iets met mensen. En eerste liefdes draagt men een leven lang met zich mee. Dat zijn twee belangrijke boodschappen van deze fraaie roman. Als je die helder weet te verwoorden, met soepele dialogen vol bravoure en tere plekken, humor in de kleine zinnetjes en een tintelende spanning, dan is het zeker meer dan een goed getimed relaas over fietsende vrienden.

    Dagtaak;
    Ik ben weer jong. Ik denk terug aan mijn eerste jeugdliefdes, ik zie mezelf weer door Limburg en de Ardennen fietsen. Ik herinner me weer mijn belofte dat ik voor mijn vijftigste de Ventoux zou beklimmen, verder dan Chalet Reynard dat de overgang markeert van het vervaarlijk steile bos en het rauwe ruwe maanlandschap. De nostalgie van een vijftiger die zijn ogen sluit en geen besef meer heeft van de tijd.

    NCRV gids; ***
    Als u er tegen kan, tegen uitdrukkingen als: ‘die grote tampeloeres van hem’, ‘hem er in even in hangen’ en ‘pilsebiertjes’, dan is er een dikke kans dat u plezier beleeft aan Ventoux. Ik ben daar helaas allergisch voor. Ouwejongenskrentenbrood, dus veel ingehouden emoties en elkaar op de schouders slaan. Het spreekt vanzelf dat Laura alleen maar bestaat om er de mannelijke gevoelens op te projekteren, maar mannen begrijpen vrouwen toch niet.

    SeventyEight; ***½
    Hij weet treffend de pijn te beschrijven van de fietser die over zijn grenzen gaat. Hij neemt de lezer echt de Ventoux mee op rijdend op een racefiets. Zwoegend, ploegend, hallucinerend en dorstig op zoek naar de top. Zonder deze insteek zou het verhaal blijven steken in een alledaagse roman, nu steekt het daar bovenuit. Ook boeiend als je niet van wielrennen houdt.

    Allard Bijlsma; **
    Het is een prachtig verhaal van een groep mannen en een vrouw, die elkaar na tientallen jaren weer ontmoeten. De beklimming van de Mont Ventoux speelt de rol van rode draad, maar het draait om relaties. In één ruk uitgelezen.


    Interview
    Van; http://www.eciblog.nl/eciblog/interview-met-bert-wagendorp-over-ventoux/

    Begin 2010 kreeg Volkskrantcolumnist Bert Wagendorp het verzoek om een filmscenario te schrijven over ‘vier mannen en de Ventoux’. Hij bedacht vier hoofdpersonen en hoe zij elkaar hadden leren kennen. Deze voorstudie kwam in de zomer onder ogen van zijn toenmalige uitgever die zei: “Wat een geweldig idee voor een roman.” Zo had Bert ineens twee projecten in handen: het scenario en het boek.

    Bert Wagendorp: “Die zijn in de loop der tijd uit elkaar gaan lopen, boek en film zijn natuurlijk totaal verschillende vormen van een verhaal vertellen. Het proces van een film maken duurt lang, vooral vanwege de financiering. Bovendien is het echt een groepsproces. Een boek schrijven is wat dat betreft simpeler: dat was mijn project, en dat was daarom ook eerder af. Het begon als film, werd eerst een boek en het wordt nu dus het traditionele ‘de film naar het bekende boek’.”

    Is het proces van het schrijven van een roman heel anders wanneer het begint als een filmscenario? “Het proces is in het begin anders, omdat film een beeldende manier van schrijven vereist. In je achterhoofd denk je vaak: hoe ziet dit er straks uit? Maar gaandeweg werd het steeds meer puur het schrijven van een boek, los van de film. Wel hoor ik van mensen dat ze bij het lezen de taferelen heel helder voor ogen hebben, dat komt wellicht door de filmachtergrond. Maar ik vind dat een mooi compliment.”
    Is het boek heel anders dan de film? “Boek en film liepen aanvankelijk steeds verder uit elkaar. Ik voegde personages toe in het boek die niet voorkwamen in de film, ik bedacht een plot die nog niet in het scenario zat. Op advies van Ronald Giphart, die ervaring heeft met de verfilming van zijn boeken, heb ik op een gegeven moment gezegd: ik laat het scenario los, hier is het boek, kijk maar wat jullie ermee doen. Dus toen is iemand anders, Maarten Lebens, met het scenario aan de gang gegaan, op basis van het boek. Dat had hij eerst zeven keer gelezen. Dus nu keert de film als het ware terug naar het boek, dat vind ik wel leuk om te zien.”
    In hoeverre ben je betrokken bij het maken van de film? “Ik zit erbij als er weer een versie van het scenario op tafel ligt. Maar zoals gezegd: ik stel me terughoudend op. Ik ben schrijver, zij zijn filmprofessionals. Ik maak soms een kleine opmerking, bijvoorbeeld wanneer een karakter volgens mij zo afwijkt van het karakter in het boek, dat het ongeloofwaardig wordt. Verder heb ik van het begin af aan gezegd: ik wil aanwezig zijn bij de opnames in de Provence. Dat lijkt me een schitterende ervaring. Maakt me niet uit wat ik moet doen, desnoods ben ik de kok.”
    Heb je een speciale band met de Mont Ventoux? “Ik ken de Ventoux uit de verhalen van vrienden, die er al in de jaren zeventig naar toe gingen. En uit De Renner van Krabbé. En natuurlijk uit de Tour de France, die ik zelf zes keer heb verslagen. In 2009 heb ik de berg voor het eerst zelf beklommen, en in 2012 nog een keer. Hij is zwaar. Ik vind het een prachtige, maar ook intimiderende berg. Hij is gevaarlijk, veranderlijk. Er vallen elk jaar doden.”
    Hoe verliep het schrijven van dit boek? “Het schrijven heeft in totaal zo’n drie jaar in beslag genomen. Maar het concentreerde zich steeds in de zomer. De rest van het jaar schrijf ik drie keer per week een column in de Volkskrant, en dat is zo’n andere manier van schrijven, dat die zich niet of moeilijk laat combineren met het schrijven van een roman. Dus ik heb in drie zomers grote gedeelten geschreven, die ik dan vervolgens in de maanden daarna ging bewerken en verfijnen en veranderen. Uiteindelijk had ik ongeveer 125duizend woorden. Dat is een boek van ruim 400 pagina’s. De laatste grote klus was de roman terugsnijden naar wat hij nu is geworden. Ik wilde er snelheid in hebben, de snelheid van een groepje hard fietsende mannen.”
    Heb je een boodschap proberen mee te geven in het verhaal? Ik ben niet van de boodschappen. Ik merk dat mensen er van alles in lezen, over vriendschap, liefde, loyaliteit en verraad. Ik heb al van veel lezers en lezeressen gehoord dat ze na lezing oude vrienden zijn gaan opsporen. Het verhaal is natuurlijk vrij universeel: een groep vrienden die elkaar uit het oog verliezen en die, eenmaal van middelbare leeftijd, weer op zoek gaan naar hun gedeelde verleden. Een verleden waarin een mooie vrouw een centrale rol vervulde. Dat is voor veel mensen heel herkenbaar.
    Hoe verliep het schrijven? Ik schrijf veel en daardoor gemakkelijk. Maar daarmee ben je er niet, in een roman. Het schrijven daarvan is zoiets als het bouwen van een huis. Er moet een zekere logica in zitten. Als je aan de onderkant iets verandert, heeft dat consequenties voor de bovenkant. Het ritme moet kloppen, de spanningsboog, de chronologische afwisseling. Je karakters moeten consistent zijn. Dat zijn allemaal zaken waarover je moet nadenken, en die niet zozeer met het schrijven hebben te maken, maar meer met het verhaal. Als je eenmaal weet hoe dat verloopt, wordt het schrijven gemakkelijker.
    Wat zou je tegen de lezers zeggen die zich af laten schrikken door het idee dat ze een wielrenverhaal gaan lezen? Dat Ventoux nergens over wielrennen gaat. Het gaat over zes vrienden, van wie er één is overleden. Er wordt zo nu en dan in gefietst, maar dat is wat anders dan wielrennen. Ze beklimmen de Ventoux, maar ook daar gaat het niet om de racefiets. Die laatste beklimming is de loutering, het moment waarop de dingen de goede kant op vallen.
    Hoe ziet voor jou een normale dag eruit? Haha! Wat is een normale dag? Bijna elke dag is anders. De dagen die het meest op elkaar lijken zijn de dagen waarop ik een column moet schrijven. Dan volg ik het nieuws nét iets scherper en vraag ik me voortdurend af: is dat een column waard? Ik lees, ik zoek dingen op of ik bel met iemand die veel van het betreffende onderwerp af weet. Als ik het onderwerp heb, begin ik rond een uur of zes te schrijven, meestal tot een uur of tien, dan moet hij af zijn.
    Lees je zelf graag? Zo ja, wat, van wie? Ik lees al mijn hele leven graag. De laatste tijd ook weer veel fictie, nadat ik me jarenlang meer op de non-fictie had gericht. Geschiedenis, filosofie, religie, biografieën. Ik ben liefhebber van de oude Russen, vooral Tsjechov en Toergenjev en van de jonge Amerikanen. Meest recente boek was De Zoon van Philip Meyer, een schitterend familie-epos. Waar ik ook blij om ben: dat in de Nederlandse literatuur de verhalenvertellers in opkomst zijn en de navelstaarders op de terugtocht. Schrijvers als Miquel Bulnes, Joost de Vries en Jan van Aken, daar verwacht ik nog heel veel moois van.

    Column uit de Volkskrant

    De wielrenner Alberto Contador was gedrogeerd, dus Andy Schleck heeft bij nader inzien de Tour van 2010 gewonnen. Onder voorbehoud, want ze worden steeds knapper in het opsporen van dope in oude bloedmonsters en urinestalen. Dus het kan zomaar zijn dat straks Mentsjov tot winnaar wordt uitgeroepen, daarna Sanchez, vervolgens Van Den Broeck en uiteindelijk onze Robert Gesink.

    Jazeker mensen, Robert Gesink is kanshebber voor de Tourzege van 2010. Hoera. De sport introduceert een nieuw genre, de verleden tijd-prognose: wie wint de Tour van vijf jaar geleden? Toen werd Floyd Landis van de overwinning ontdaan, maar ik heb die Pereiro ook nooit helemaal vertrouwd.

    In de sport hebben ze de eeuwigheid ontdekt: een wedstrijd is nooit afgelopen. Hij is vastgelegd in reageerbuisjes en wordt voortgezet in laboratoria. Wie vroeg juicht, is voor de poes, de zege is niet meer dan een aanloop naar het verlies. De winnaar is per definitie verdacht; de verliezer heeft in elk geval de nederlaag nog als argument voor zijn onschuld.

    Jezus' belofte dat de laatsten de eersten zullen zijn, wordt in het wielrennen eindelijk bewaarheid. Behalve in het geval van Lance Armstrong, maar hij is dan ook de opgestane Heer van het cyclisme. In Amerika heeft de officier van justitie de handdoek in de ring geworpen. Het is hem niet gelukt te bewijzen dat Lance geld van de belastingbetaler gebruikte voor de aanschaf van de beste dope.

    Het wielrennen is in handen gevallen van revisionisten. Zo won Addy Engels gisteren opeens de Gouden Pijl van Emmen 2011. Knap, Contador alsnog geklopt.

    De geschiedenis stelt niets meer voor, hij kan elke dag worden herschreven. De lijst met winnaars geeft niet de stand van de sport weer, maar de stand van de wetenschap.

    Hoe zou het zijn de morele schoonmaakwoede van de sport toe te passen op het echte leven? Hoeveel verkiezingen zouden van een nieuwe uitslag moeten worden voorzien? Hoeveel Nobelprijswinnaars zouden hun prijs moeten inleveren?

    Ik vind dat we nu elke sportuitslag bij voorbaat ter discussie moeten stellen. De winnaar van de komende Elfstedentocht is wat mij betref nu al verdacht. Ik zou de urine van Reinier Paping (1963) ook nog weleens onderzocht willen zien. Die schaatste destijds ook maar door alsof het geen moeite kostte.

    In een poging het kwaad te bestrijden en sport tot de moreel meest verhevene van alle maatschappelijke activiteiten te maken, verklaarde IOC-voorzitter Rogge twee jaar geleden al dat winnaars van een gouden olympische medaille over vijftien jaar alsnog gepakt kunnen worden op dope. Daarmee wilde hij valsspelers ontmoedigen. Een compleet waanidee, waarmee hij intussen het fundament van de sport sloopte.

    De sportwedstrijd wordt volkomen zinloos; we kunnen hem net zo goed afschaffen. We zitten voortaan per definitie naar een voorlopige waarheid te kijken. Terwijl het hart en de ziel van de sport juist het absolute ervan is: sporter x is op dag y de sterkste in activiteit q en verschaft zich daarmee toegang tot de heilige Olympus. Niet over vijftien jaar, maar nu.

    Je wist natuurlijk dat je intussen naar een vertekende versie van de werkelijkheid zat te kijken, maar dat was ingecalculeerd en hoorde bij de charmes van het spel. Nu is de illusie officieel beleid geworden, enthousiasme een bewijs van naïviteit en cynisme de enig juiste attitude.

    Of je moet de mafkezen die de sport gijzelen natuurlijk gewoon negeren. Ik sluit me van harte aan bij Andy Schleck, de Tourwinnaar van 2010: Alberto Contador won op schitterende wijze de Tour de France van 2010.


    Autobiografische elementen Ventoux?
    De vraag of Ventoux mogelijk autobiografische kenmerken bevat is op het eerste gezicht een vrij lastige vraag, maar eigenlijk heel duidelijk als je bij het lezen van het boek goed op de details let.
    Al op de eerste echte pagina van het boek is een dergelijk detail op te merken: Voor Hannah. Menig lezers zullen natuurlijk denken dat het gewoon een verzonnen naam is van de schrijver, maar wie meer over Bert weet, weet dat Hannah zijn dochter is. Mogelijk heeft Bert autobiografische kenmerken in Bart, de hoofpersoon, laten opduiken. Hannah is namelijk in het echt de dochter van Bert, maar in het boek Ventoux de dochter van Bart. Bart is net als Bert sportverslaggever, wat ook al snel in het boek duidelijk wordt.
    Na het lezen van de epiloog kan men er eigenlijk niet meer om heen dat Wagendorp kenmerken van zichzelf in Bart Hoffman heeft weergegeven. Daar staat dat Bart (net als Bert) bij de Volkskrant werkt, dan wel als misdaadverslaggever in plaats van columnist, en dat hij een boek heeft uitgebracht.
    In een interview op het Gymnasium Camphusianum is de in de titel genoemde vraag, of Ventoux mogelijk autobiografische elementen bevat, gesteld. Wagendorp heeft hierop geantwoord dat het boek inderdaad autobiografische elementen bevat. Hij zei dat het eenvoudiger is bij het schrijven van een boek om de hoofdpersoon en in het geval van Ventoux dus ook de verteller van het boek vanuit de gevoelens en gedachte van hemzelf te laten handelen en denken en dat maakt het schrijven van een boek een stuk makkelijker en hoeft de schrijver zich niet ook nog in iemand anders in te beelden, want dan kun je ook sneller de fout in gaan als je vanuit de gedachtes en gevoelens van een ander (verzonnen) personage moet schrijven en deze elke keer op dezelfde manier moet laten handelen en denken.
    Het is dus duidelijk dat Bert Wagendorp een aantal autobiografische kenmerken in het boek heeft terug laten komen. Maar hij heeft ook een aantal dingen verandert. Zo is Wagendorp zelf geboren in Groenlo, maar Hoffman in Zutphen. Ook was Bart eerst misdaadverslaggever, wat niet overeenkomt met Bert zelf. Echter staat op de eerste pagina van het eerste hoofdstuk van Ventoux wel: na twee jaar ging de wielerverslaggever van de krant met pensioen en kon ik die sport van hem overnemen....en in de zomer ging ik naar de Tour de France. Aldus Bart Hoffman. Dit komt dan weer wel overeen met Bert Wagendorp zelf.
    En natuurlijk de namen: Bert en Bart. Bijna geen verschil!
    De schrijver van Ventoux heeft dus vanuit zijn eigen perspectief het boek geschreven, maar heeft om het niet al te duidelijk en overdreven te maken ook een aantal elementen verandert. Ventoux bevat dus autobiografische elementen, maar ook een aantal niet autobiografische elementen.

    Interview vragen
    - Waarom heeft Laura niet meteen eerlijk vertelt tegen haar vrienden dat ze zwanger was, maar 30 jaar later wel?
    - Heeft u bewust enkele kenmerken van uzelf in Bart terug laten komen?
    - Waarom heeft u uit alle bergen die er zijn juist de Ventoux gekozen?
    - Bent u zelf voor het schrijven van het boek op de Ventoux geweest?
    - Zo niet, hoe komt u dan aan de informatie over de berg?